BIJLAGE B. De in 1929 door de Nederlandsche en de Briefbank gesloten leeningen zijn verdeeld als volgt: A. Naar de ligging. 7 leeningen in Groningen 42.500.— 2 JÉ Friesland 30.000.— 30 Drente 237.840.— 36 Overijsel 2 388.750.— 40 Gelderland 459.500.— 23 Utrecht 202.300.— 137 Noord*Holland1) 2.321.150.— 49 Zuid«Hollatid 793.900.— 1 Zeeland 3.000,— 103 NoordsBrabant 1.290.700.— 4 Limburg 24.300.— 60 Amsterdam 3.107.100.— 43 ’s Gravenhage j 1.372.150,— 19 Rotterdam 727.200,— 554 leeningen tot een bedrag van ƒ11.000.390.— De totale taxatie van deze leeningen beloopt 17.461.453.50. B. Naar den aard. 515 leeningen, onderpand in hoofdzaak gebouwd10.003.390. 39 öflgeböuwd 997.000 554 leeningen tot een bedrag van 11.000.390.— C. Naar de grootte« 279 leeningen tot en met 10.000.1.704.740. 176 van 10.001.t/m. 25.000.2.961.600. 66 25.001.— 50.000.—2.314.050.— 6 50.001.— 75.000.—366.000.— 11 75.001.— 100.000.—916.500.— 16 boven 1ÖÖ.ÖÖÖ.2.737.500. 554 leeningen tot een bedrag van11.Ö0Ó.390. 71 ii ii 11 n 11 n 11 4 2 n 11 n 11 n 11 n il t 11 ii 11 11 11 ii 11 11 11 11 Exclusief Amsterdam. a) Exclusief Rotterdam en ’s Gravenhage.

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Nederlandsche Hypotheekbank | 1929 | | pagina 37