C. Naar de grootte 13 boven 100.000.—f 2.245.200.— 18 van 75.001.— tot 100.000.—1.525.500.— 32 50.001.- 75.000.-1.925.250.- 109 25.001.- 50.000.-3.665.512.50 364 10.001.- 25.000.—5.531.670.50 523 10.000.— en minder3.097.362.— 1059 I7 99°-495- D. Naar de ligging 83 in Amsterdam2.539.812.50 16 Rotterdam282.550.- 440 ’s-Gravenhage7.146.477.50 94 Noord-Holland (behalve Amsterdam)699.650.— 169 Zuid-Holland (behalve Rotterdam en ’s-Gravenhage) 3.531.250.-- 31 Utrecht535.712.- 4 Friesland3°-35°-_ 1 Overijsel4.500.— 2 Drente28.700.— 110 Gelderland 1.826.238.— 8 Limburg218.025. 99 Noord-Brabanti i32-73°- 2 Zeeland14.500.— 1059 I7-990-495-- Naar den aard 1003 op gebouwde eigendommen. 16.555.035.— 2 bouwterrein22.785.— 54 landelijke eigendommen1.412.675. 1059 I7-99°-495- 36 hiervan op zakelijke rechten (erfpacht)1.117.700.— 22

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Nederlandsche Hypotheekbank | 1928 | | pagina 25