Na aftrek van deze bedragen en van de onkosten enz. bedraagt de te ver deden winst381.704.80 tegen ƒ381.263.05 in 1926 en ƒ381.433.49 in 1925. Dit bedrag verdeelende volgens art. 40 der statuten komt aller eerst aan de aandeelhouders 472% rente over het vrijwillig gestort kapitaalf 4.525.50 benevens 472% over het verplicht gestort kapitaal van ƒ800.000.—- 36.000 - 40.525.50 f 341.179.30 Reservekas en tantièmes- 170.589 65 170.589.65 Hiervan 51/2 aan aandeelhouders over 800.000.44.000. 126.589.65 Hiervan komt toe aan 500 oprichtersbewijzen- 63.294.82 en aan aandeelhouders eveneens- 63.294.83 Volgens bovenstaande winstverdeeling blijft voor de aandeelhouders beschikbaar 143.294.83. Aangezien de statutaire reservekas haar maximum van 75 van het geplaatst maatschappelijk kapitaal heeft bereikt, komt het deel der winst, aanvankelijk voor die kas bestemd, voor aandeelhouders beschikbaar en wordt genoemd bedrag van ƒ143.294.83 verhoogd met ƒ51.176.89 tot ƒ194.471.72. Wij stellen U voor een dividend van 21% (als vorig jaar) uit te keeren en het overschot ad ƒ11.267.72 te voegen bij de Buitengewone reserve. Het dividend bedraagt dan 42.per aandeel van ƒ1.000.(waarop 20% is gestort) en 78.per volgestort aandeel, betaalbaar tegen intrekking van dividend bewijs no. 40. De uitkeering per oprichtersbewijs bedraagt ƒ116.08, betaalbaar tegen intrekking van coupon no. 29, waarna een onverdeeld saldo overblijft van 3.87. Aan dividend- en tantièmebelasting dient ƒ30.278.24 te worden betaald. De reserves stijgen bij deze winstverdeeling tot 2.217.536.81, zijnde ruim 277 van het verplicht gestort kapitaal. De Directie: Mr. M. J. BOS. Mr. J. WILKENS.

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Nederlandsche Hypotheekbank | 1927 | | pagina 18