De in 1925 gesloten leeningen zijn verdeeld als volgt:
A. Naar de ligging en den aard der onderpanden.
B. Naar de grootte.
402 leeningen tot en met 10000.tot een bedrag van
199
van 10001.—
t/m.
- 25000.—
50
-25001.—
- 50000.—
16
-50001.—
- 75000.—
7
-75001.—
- 100000.—
9
boven
- 100000—
683 leeningen tot een bedrag van
C. Naar de wijze van aflossing.
13 leeningen aflosbaar in eens
670 in jaarlijksche termijnen
683 leeningen tot een bedrag van
2.262.265.-
- 3.172.600.—
- 1.733.300.—
- 612.700.—
- 1.338.000.—
ƒ10.129.865.—
104.000.—
- 10.025.865.-
ƒ10.129.865.-
D.
van
Naar het rentecijfer.
5 I leening
5Vt% 191 leeningen
5V2% 208
5%% 119
6 119
674% 38
67»% 7
tot een bedrag van
Totaal 683
5.500.—
- 4.562.800
- 2.981.300
- 1.353.950.—
- 1.023.755
- 190.900.—
- 11.660
ƒ10.129.865.—
De gemiddelde rente der in 1925 gesloten leeningen bedraagt 5.486% tegen
6.107% in 1924.
Onderpand in hoofdzaak
Gebouwd.
Onderpand in hoofdzaak
Ongebouwd.
TOTAAL.
Aan
tal.
Taxatie.
Verleend
bedrag.
Aan
tal.
Taxatie.
Verleend
bedrag.
Aan
tal.
Taxatie.
Verleend
bedrag.
Groningen
34
314.100
176.240
9
191.000
108.000
43
505.100
284.240
Friesland
8
102.320
50.800
3
71.381
90
36.800
11
173.701
90
87.600
Drente
35
313.615
177.450
21
347.440
206.150
56
661.055
383.600
Overijsel
43
730.810
411.100
6
85.359
48.500
49
816.169
459.600
Gelderland
24
367.181
50
202.350
2
226.104
120.500
26
593.285
50
322.850
Utrecht
25
593.900
374.200
25
593.900
374.200
N.-Holland1)
139
2.659.158
1.611.575
10
403.400
241.000
149
3.062.558
1.852.575
Z.-Holland2)
79
961.250
'555.200
1
35.600
21.000
80
996.850
576.200
Zeeland
5
90.000
51.300
1
33.100
22.000
6
123.100
73.300
Noord-Brabant
65
1.258.230
743.900
5
57.974
80
35.800
70
1.316.204
80
779.700
Limburg
8
204.400
106.400
8
204.400
106.400
Amsterdam
86
3.857.150
2.622.050
5
112.500
69.750
91
3.969.650
2.691.800
’s-Gravenhage
24
1.167.050
752.300
24
1.167.050
752.300
--
Rotterdam
45
2.009.500
1.385.500
45
2.009.500
1.385.500
620
ƒ14.628.664
50
9.220.365
63
1.563.859
70
909.500
683
ƒ16.192.524
20
ƒ10.129.865
l) Excl. Amsterdam. 2) Excl. ’s-Gravenhage en Rotterdam.
tt
tt
tl
tt
tt
tt
tt
tt
tt
tt
rt
tt
tt
tt
tt
- 1.011.000.—
tt tt tt tt
tt tt tt tt
tt tt tt tt
tt tt tt rt
tt rt h ft
tt ff ft tt