Aan
Heeren Commissarissen der Nederlandsche
Hypotheekbank te Veendam.
PERSONALIA.
ALGEMEEN
OVERZICHT.
Mijne Heeren!
Ter voldoening aan het voorschrift van art. 39 der Statuten hebben wij de eer
U hierbij aan te bieden het verslag, behelzende de verrichtingen onzer vennootschap
over het afgeloopen boekjaar, met balans en winst- en verliesrekening.
In de algemeene vergadering van aandeelhouders van -25 Februari 1925 werd
de tweede ondergeteekende met ingang van 1 Mei 1925 tot Directeur benoemd
in de plaats van Mr. G. Brouwer Jzn., die te kennen gegeven had als zoodanig te
willen aftreden.
Het is voor ons een groote voldoening, dat Mr. Brouwer, na van de oprichting
onzer Bank af als Hoofdagent te Amsterdam, en sedert 1920 als Directeur haar belangen
met groote kennis van zaken te hebben gediend, door zijn benoeming in dezelfde
vergadering tot Commissaris in de plaats van wijlen den Heer R. Scholtens en in
de Commissarissenvergadering van 6 Mei d.a.v. tot Lid van den Raad van Toezicht
aan onze instelling verbonden blijft, zoodat wij ook voortaan van zijn beleidvolle
medewerking verzekerd zijn.
De gewone algemeene vergadering van aandeelhouders van 6 Mei 1925 voorzag
in de in ons vorig jaarverslag reeds gememoreerde Commissarissen-vacature, ontstaan
door het overlijden van den Heer Mr. P. H. A. Tijdeman, door de benoeming van den Heer
H. M. J. Blomjous, industrieel te Tilburg, en benoemde den Heer V. J. A. Wilkens,
fabrikant te Veendam, in de plaats van den Heer B. W. ter Kuile, die om gezondheids
redenen zijn ontslag had gevraagd. Wij kunnen niet nalaten hier onze spijt te betuigen
over het besluit van den Heer ter Kuile, wiens belangrijke adviezen voor onze
instelling van zeer veel nut zijn geweest. Van ganscher harte wenschen wij hem een
spoedig algeheel herstel toe.
De bedrijfsuitkomsten over het 35e boekjaar zijn bijzonder gunstig, voornamelijk
tengevolge van de aanzienlijke uitbreiding, die wij aan ons bedrijf konden geven.
In dit jaar werd voor 10.129.865.— aan hypotheken afgesloten, welk cijfer hooger
is dan dat van eenig voorafgaand boekjaar. Dientengevolge heeft ook de commissie-
rekening een ongekend hoog cijfer bereikt.
Evenwel dient niet uit het oog te worden verloren, dat deze extra-winst voor een
groot deel werd verkregen door de herbelegging van gelden ontvangen wegens aflossing
van leeningen van een hooger rentetype, dan waartegen in 1925 kon worden gesloten.
Zooals wij reeds in ons verslag over 1924 vermeldden, vertoonde de hypotheek
rente, welke eind 1924 nog 6% bedroeg, een verdere neiging tot daling. Deze werd
in 1925 geleidelijk voortgezet tot 5y4% aan het einde van dit boekjaar.
Tengevolge van den dalenden rentestand stegen de koersen van de pandbrieven.
De uitgifte van de 5Va% pandbrieven werd reeds in Januari 1925 gestaakt en die der
5% in Ju°i d.a.v., behalve voor omruiling van uitgelote stukken. Daarna werden
4