VERKLARING opgemaakt naar aanleiding van de
vernietiging van pandbrieven op Donderdag 8 April 1926
met specificatie van de vernietigde pandbrieven.
BIJLAGE E.
De ondergeteekenden
1. de heeren Mr. M. J. Bos en Mr. J. Wilkens, te zamen uitmakende de Directie der
Naamlooze Vennootschap: „Nederlandsche Hypotheekbank”, gevestigd te Veendam;
2. de heeren R. Dojes, H. Bosscher Jr. en Mr. G. Brouwer Jzn., als leden van
den Raad van Toezicht van genoemde Bank;
3. de heeren J. B. van Dam, hoofddirecteur van de Groninger Bank te Groningen en
J. F. D. Scheltema, hoofddirecteur van de Assurantie-Maatschappij „de Neder
landen” van 1845 te ’s-Gravenhage, te zamen uitmakende de Commissie uit
pandbriefhouders, bedoeld in art. 37 al. 1 der Statuten;
4. de heer A. E. Meijer, lid van het Nederlandsch Instituut van Accountants, wonende
te Amsterdam;
verklaren, dat op heden, in hunne vergadering ten kantore der Nederlandsche
Hypotheekbank voornoemd, in hunne tegenwoordigheid door verbranding zijn ver
nietigd de navolgende pandbrieven dier Instelling, met talons en coupons:
6 pandbrieven
5V2
5
4V2
4
f 596.000
1.600.—
- 191.500.—
- 1.927.850.—
- 395.300.—
15.050.—
f 3.127.300.—
Veendam, 8 April 1926.
R. DOJES.
H. BOSSCHER Jr.
Mr. G. BROUWER Jzn.
Mr. M. J. BOS.
Mr. J. WILKENS.
J. B. VAN DAM.
J. F. D. SCHELTEMA.
A. E. MEIJER.
30
3V2 °/o'