De in 1924 gesloten leeningen zijn verdeeld als volgt: A. Naar de ligging en den aard der onderpanden. B. Naar de grootte. 246 leeningen tot en met 10000.tot een bedrag van 1.356.175.— 90 van ƒ10001 t/m. - 25000. - 1.495.000.— 28 -25001 - 50000— - 987.100.— 12 -50001 - 75000.— - 729.500.- 4 n -75001 - 100000.— - 331.000.— 2 boven -100000. - 343.500.— 382 leeningen tot een bedrag van 5.242.275.— C. Naar de wijze van aflossing. 9 leeningen aflosbaar in eens 81.200.— 373 in jaarlijksche termijnen -5.161.075.— 382 leeningen tot een bedrag van5.242.275. D. Naar het rentecijfer. van 5 1 leening tot een bedrag van 12.000.— 5 V/o 1 ft ff 60.000.— 574% 1 ff ff - 63.000.— 5 V/o 3 leeningen - 217.800.— 574% 5 n ff - 103.000.— 6 7o 109 - 2.183.030.— 67s% 3 - 111.500.— 674% 149 - 1.823.575.— 87t 7o 106 - 655.870 674% 4 - 12.500.— Totaal 382 5.242.275.— De gemiddelde rente der in 1924 gesloten leeningen bedraagt 6.107% tegen 5.659 °/0 in 1923. 7 Provincie Onderpand in hoofdzaak Gebouwd. Onderpand in hoofdzaak Ongebouwd. TOTAAL. Aan tal. Taxatie. Verleend bedrag. Aan tal. Taxatie. Verleend bedrag. Aan tal. Taxatie. Verleend bedrag. Groningen 15 172.400 106.850 2 84.250 46.000 17 256.650 152.850 Friesland 4 49.700 23.500 4 57.200 28.250 8 106.900 51.750 Drente 8 70.325 41.600 19 306.915 146.430 27 377.240 188.030 Overijsel 19 242.300 127.950 1 71.000 45.000 20 313.300 172.950 Gelderland 15 311.900 180.500 15 311.900 180.500 Utrecht 21 765.250 460.500 21 765.250 460.500 N.-Holland1) 90 1.268.421 709.540 2 13.720 8.800 92 1.282.141 718.340 Z.-Holland2) 43 653.600 356.750 1 9.100 5.000 44 662.700 361.750 Zeeland 4 33.000 16.325 4 33.000 16.325 Noord-Brabant 38 762.675 423.460 4 168.150 93.000 42 930.825 516.460 Limburg 2 119.000 61.000 2 374.186 60 200.550 4 493.186 60 261.550 Amsterdam 56 2.079.500 1.371.500 1 105.000 70.000 57 2.184.500 1.441.500 's-Gravenhage. 23 841.000 528.520 23 841.000 528.520 Rotterdam 8 289.000 191.250 8 289.000 191.250 346 7.658.071 4.599.245 36 1.189.521 60 643.030 382 8.847.592 60 ƒ5.242.275 1) Excl. Amsterdam. 2) Excl. 's-Gravenhage en Rotterdam. tt ff n tt rt n tt ff tt tt ff tt ff ff n ff ff ft ff ff ff tf ff ff tf tf ff ff ff ff ff ff ff ff ff ft rt ff ff ff ff ff ff ff ff ff f» ff ff ft ff ff

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Nederlandsche Hypotheekbank | 1924 | | pagina 9