Aan Heeren Commissarissen der Nederlandsche Hypotheekbank te Veendam. Mijne Heeren! Ter voldoening aan het voorschrift van art. 39 der Statuten hebben wij de eer U hierbij aan te bieden het verslag, behelzende de verrichtingen onzer vennootschap over het afgeloopen boekjaar, met balans en winst- en verliesrekening. In dit jaar hadden wij het overlijden te betreuren van onzen Commissaris den Heer R. Scholtens, die sedert 1893 als lid van den Raad van Toezicht steeds met veel toewijding en groote kennis van de waarde van onroerende goederen de belangen van onze instelling heeft behartigd. De vele uren van aangename samenwerking zullen bij ons in dankbare herinnering blijven voortleven. Hoewel niet meer tot het in dit verslag besproken tijdvak behoorend, moeten wij verder tot ons groot leedwezen nog melding maken van het overlijden van den Heer Mr. P. H. A. Tydeman van Oudewaard, sedert 1894 als Commissaris aan onze instelling verbonden. Zijne degelijke adviezen werden door ons immer op hoogen prijs gesteld; zijne nagedachtenis zal bij ons steeds in eere worden gehouden. Uit de Balans en Winst- en Verliesrekening blijkt, dat ook dit jaar de bedrijfs- uitkomsten wederom gunstig zijn geweest. De interestrekening is hooger dan het vorig jaar, doch de rekening hypothekencommissie lager, doordat wij in het begin van het jaar slechts weinig gelden voor hypotheek beschikbaar konden stellen wegens de geringe vraag naar 51/2% pandbrieven. Ten einde aan de stijgende vraag naar hypothecair kapitaal tegemoet te komen, stelden wij een beperkt bedrag 6 pand brieven beschikbaar. Toen de Nederlandsche gulden echter geleidelijk de goud- pariteit naderde, herkreeg het beleggend publiek het vertrouwen in de Nederlandsche obligaties en ging ook de afzet van pandbrieven veel vlotter, zelfs werd deze spoedig zoo groot, dat de uitgifte van 6 pandbrieven weer moest worden gestaakt en de koers der 572% pandbrieven tegen het eind van het jaar tot 100 kon worden verhoogd. In totaal is voor ƒ2.853.700.— aan pandbrieven geplaatst, waarvan voor 538.550.— aan 6% pandbrieven. Overeenkomstig de altijd gevolgde gewoonte namen wij ook dit jaar alle ten inkoop aangeboden pandbrieven terug tegen 72% beneden den koers van uitgifte op den dag der aanbieding, en wel in totaal voor een bedrag van ƒ1.656.000. De hypotheekrente, welke bij den aanvang van het jaar 6 bedroeg, steeg vervolgens tot 672 en daalde tegen het eind van het jaar weder tot 6% met neiging tot verdere daling. Gaarne brengen wij een woord van dank aan onze Agenten en verdere relaties voor hunne medewerking en aan ons personeel voor zijn groote ijver en toewijding; 5

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Nederlandsche Hypotheekbank | 1924 | | pagina 7