Aan
de Aandeelhouders der Nederlandsche
Hypotheekbank te Veendam.
Mijne Heeren
Alvorens overeenkomstig artikel 39 der Statuten verslag uit te brengen van onze
bevinding omtrent de door de Directie aan ons overgelegde balans en winst- en
verliesrekening met verslag over het afgeloopen boekjaar, moeten wij helaas allereerst
melding maken van het overlijden van twee onzer medeleden in het College van
Commissarissen.
Begin October ontviel ons tot ons innig leedwezen de Heer R. Scholtens te
Veendam, sedert 1893 Commissaris onzer instelling en als zoodanig gedurende al die
jaren lid van den Raad van Toezicht. Met veel toewijding heeft hij zich steeds
gekweten van de taak, die hij op zich had genomen, en wij verliezen in hem iemand
van groote praktische kennis en ervaring, wiens nagedachtenis bij ons steeds in eere
zal worden gehouden.
En nauwelijks was het jaar 1924 ten einde, toen ons wederom een gevoelig
verlies trof door het overlijden van den Heer Mr. P. H. A. Tydeman van Oudewaard
te Tiel. Sedert 1894 lid van ons college, leerden wij hem kennen als een warm vriend
onzer instelling, wier belangen hem zeer ter harte gingen en wiens nagedachtenis bij
ons in dankbare herinnering zal blijven voortleven.
Na het overlijden van den Heer Scholtens vonden wij ons medelid Jhr. Mr. D.
R. de Marees van Swinderen zeer tot ons genoegen bereid de opengevallen plaats
in den Raad van Toezicht tijdelijk in te nemen. Wij brengen hem voor die bereid
willigheid onzen vriendelijken dank.
Door de algemeene vergadering van 5 Mei 1924 werd in de vacature, ontstaan
door het overlijden van den Heer Mr. W. B. BI ij den stein, tot Commissaris benoemd
de Heer Th. W. Blijdenstein, Directeur van De Twentsche Bank te Amsterdam.
In de vacature, ontstaan door het overlijden van den Heer R. Scholtens, werd
in een onlangs gehouden buitengewone algemeene vergadering voorzien door de
benoeming tot Commissaris, met ingang van 1 Mei 1925, van den Heer Mr. G.
Brouwer Jzn., die overeenkomstig zijn wensch op 30 April daaraan voorafgaande
als Directeur onzer instelling aftreedt. In diens plaats werd onze tegenwoordige
Adjunt-Directeur de Heer Mr. J. Wi 1 ken s met ingang van 1 Mei tot Directeur benoemd.
In de aanstaande algemeene vergadering zal behalve in de vacature van wijlen
Mr. Tydeman moeten worden voorzien in de vacature van den Heer B. W. ter Kuile,
3