C. Naar de wijze van aflossing.
D. Naar het rentecijfer. Transp. 1562 leening(en) 10.803.497.42
70
57»
57«
9
280 leeningen aflosbaar in eens2.417.205.
5045 jaarlijksche termijnen- 39.695.054.57
35 annuïteiten- 58.431.23
5360 leeningen tot een bedrag van
ƒ42.170.690.80
Van
4
7o
5 leening(en)
34.009.49
Van
57*
401
ft
- 2.358.718.81
ff
47»
1
ff
-
1.500
ft
548
ft
- 6.282.088.75
ff
4%
0/
/o
15
ff
-
17.067.46
ft
57s 7o
3
ft
84.500
ff
478
0/
0
2
ff
-
5.625.—
tt
5.66%
1
tl
- 165.000.—
ft
472
0/
70
104
ft
-
1.746.150.55
57*
735
ft
- 7.093.795.—
ft
4%
7o
19
ft
-
232.690.—
tt
5% 7o
2
ft
52.640
ff
4%
70
562
ft
-
4.797.981.99
tt
6 7o
1012
ff
- 8.599.580.82
ft
47
0/
/O
4
ff
-
22.075.—
tt
67«
4
ft
- 145.300.—
ft
5
0/
/o
835
ft
-
3.602.257.93
tl
67*
603
tt
- 3.961.965
ff
57a
0/
10
13
ft
-
309.550.—
tt
67s 7o
452
- 2.552.095.—
ff
0/
/o
2
ft
-
34.590.—.
tt
6%
37
ff
71.510.—
1562 leeningen ƒ10.803.497.42
Totaal 5360 leeningen ƒ42.170.690.80
De gemiddelde rente der op ultimo December 1924 uitstaande leeningen bedraagt
5.587% tegen 5.492% °P ultimo December 1923.
Het saldo op 31 December 1924 van de leeningen, waarbij het verschuldigd
bedrag meer dan doch ten hoogste der geschatte waarde van het onderpand
beloopt (art. 43 stat.), bedraagt:
Taxatie.
Verleend bedrag.
Saldo.
Plaats.
982.000
704.700
669.530
Amsterdam.
- 380.034
- 271.350
- 258.225
Rotterdam.
32.500
22.800
21.825
’s-Gravenhage.
Als bijlage C voegen wij aan dit verslag toe een staat van de in 1924 gesloten
hypothecaire leeningen, waarbij het verleende bedrag meer dan doch hoogstens
der geschatte waarde van het onderpand beloopt.
Hoewel in dit boekjaar een geringe verbetering van den economischen toestand
te bespeuren viel, hetgeen zich naar het ons voorkomt ook afspiegelt in het feit dat
het bedrag der achterstallige rente en aflossing op 31 December 1924 aanmerkelijk
lager was dan in de voorgaande jaren, was het aantal faillissementen in ons land nog
weder grooter dan in 1923. Dit had tengevolge, dat ook het aantal verkoopen krachtens
onherroepelijke volmacht toenam. Van de 5593 leeningen, die op 31 December 1923
uitstonden, waren er 54 leeningen bij bedoelde verkoopen betrokken tegen 47 in 1923.
Deze verkoopen waren 47 maal noodzakelijk wegens faillissement en wanbetaling
en 7 maal wegens inbeslagneming van het onderpand. Bij deze verkoopen werden door
ons geen verliezen geleden; echter hebben wij, ten einde verliezen te voorkomen, de
onderpanden moeten inkoopen van 3 leeningen, waarop pro resto tezamen 6.930.