de Aandeelhouders der Nederlandsche Hypotheekbank te Veendam. Mijne Heeren! De door de Statuten aan Commissarissen opgedragen taak U jaarlijks verslag te doen van den toestand der Bank is ook met betrekking tot het op 31 December j.L afgesloten twee en dertigste boekjaar een zeer aangename. De stijgende lijn, waarlangs de gunstige bedrijfsresultaten der Vennootschap zich van hare oprichting af hebben bewogen, is ook in 1922 doorgetrokken. Het behaalde winstcijfer heeft dat van het vorig boekjaar wederom niet onbelangrijk overschreden. De voornaamste winstgevende factor van het bedrijf, de rentemarge, welke op 31 December 1921 0.857 °/0 bedroeg, is aan het einde van dit boekjaar tot 0.906 °/o gestegen. Dat de als gevolg van de ontredderde economische toestanden verminderde kapitaal kracht van zoovelen een betrekkelijk groot aantal verkoopen krachtens onherroepelijke volmacht moest meebrengen en zelfs heeft moeten leiden tot den inkoop van enkele onderpanden is te betreuren, doch kan bezwaarlijk bevreemding wekken. Het behaalde winstcijfer maakte het intusschen mogelijk niet slechts op die eigen dommen dermate af te schrijven, dat de som, waarvoor ze op de Balans onder de bezittingen zijn opgenomen, een niet onbelangrijke stille reserve insluit, maar bovendien om, de dividendenreserve met ƒ42.000.— vergrootende, een gelijk bedrag als in het vorig jaar voor verdeeling te bestemmen. Met betrekking tot de verrichtingen der Vennootschap en voor toelichting van de Balans en Winst- en Verliesrekening meenen wij ook thans te mogen verwijzen naar het belangrijke en zeer uitvoerige jaarverslag van de Directie, dat, met de bijgevoegde staten, omtrent alle wetenswaardige onderdeden van het bedrijf mededeeling doet. Ook in 1922 werd de geheele administratie door den accountant, den heer A. E. M ey er te Amsterdam, bij herhaling aan een onderzoek onderworpen en in goede orde bevonden. Commissarissen stellen U voor aan de Balans en Winst- en Verliesrekening Uwe goedkeuring te hechten, Directie en Commissarissen decharge te verkenen voor het gevoerde beheer en het dividend te bepalen op 17°/o> zijnde 34.— per aandeel, als gevolg waarvan op ieder oprichtersbewijs over 1922 111.23 zal worden uitbetaald. In de vorige Algemeene Vergadering werd de heer Mr. W. B. B u m a als Com missaris herbenoemd. Dit jaar is volgens den daarvoor opgemaakten rooster aan de beurt van aftreding, de Heer Mr. J. J. H e n n y. Commissarissen spreken ten slotte hun groote waardeering uit voor den arbeid van de Directie, die ook in het afgeloopen boekjaar de krachtige positie der Bank wist te handhaven en zoo gunstige resultaten van het bedrijf te verkrijgen. Namens het College van Commissarissen R. DOJES, Voorzitter.

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Nederlandsche Hypotheekbank | 1922 | | pagina 5