Aan Heeren Commissarissen der Nederlandsche Hypotheekbank te Veendam. Mijne Heeren! Ter voldoening aan het voorschrift van art. 39 der Statuten hebben wij de eer U hierbij aan te bieden het verslag, behelzende de verrichtingen onzer vennootschap over het afgeloopen boekjaar, met balans en winst- en verliesrekening. Dit jaar kenmerkte zich door een ruime markt voor pandbrieven. Daar de rente stand in het 2e kwartaal eenige neiging tot dalen vertoonde, werd de uitgifte der 6% pandbrieven den len Juni stopgezet. Den 26“ October is hierop een tijdelijke staking van de uitgifte der 5*pandbrieven gevolgd. Door tijdig tot een lager rentetype over te gaan, konden wij steeds gelden tegen de meest concurreerende voorwaarden beschikbaar stellen, hetgeen het gehalte der aanvragen ten goede kwam. De hypotheekrente, welke in den aanvang van het jaar nog 672bedroeg, werd in het midden van het jaar verlaagd tot 6% en aan het eind, tijdelijk en tot een beperkt bedrag, zelfs tot 5s/4 Ten aanzien van het bedrag der in omloop zijnde pandbrieven kunnen wij op een flinken vooruitgang (n.1. ƒ1.495.100.—) wijzen, niettegenstaande voor ƒ693.900 door uitloting pari werd aflosbaar gesteld en voor ƒ1.408.200.— werd teruggekocht, overeenkomstig onze gewoonte 72% beneden den koers van uitgifte op den dag van aanbieding. De winst is grooter dan in eenig voorafgaand jaar, zoodat ook nu weer een ruime uitkeering aan aandeelhouders kan geschieden en de reservefondsen met een aanzienlijk bedrag kunnen toenemen. De vestiging van het kantoor te Amsterdam blijkt bij voortduring onze positie in het Centrum en het Zuiden des lands te versterken. Gaarne brengen wij een woord van dank aan onze agenten en verdere relaties voor hunne medewerking en aan ons personeel voor zijn grooten ijver en toewijding. 4

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Nederlandsche Hypotheekbank | 1921 | | pagina 6