de Aandeelhouders der Nederlandsche
Hypotheekbank te Veendam.
Mijne Heeren!
Ingevolge Art. 39 der Statuten U verslag uitbrengende over den toestand der
Vennootschap en hare verrichtingen in het afgeloopen boekjaar, hebben wij de eer
onder overlegging van het verslag der Directie U mede te deelen, dat de loop der zaken
der Vennootschap evenals in vorige jaren ook in het afgeloopen jaar in alle opzichten
zeer gunstig was. Het bedrag der in omloop zijnde pandbrieven steeg met ƒ1.500.000.—,
niettegenstaande de Vennootschap de eerste der Hypotheekbanken was, die de uitgifte
der 6 pandbrieven staakte, hetgeen het cijfer der verschuldigde rente ten goede komt.
Het bedrag der ten inkoop aangeboden pandbrieven daalde zeer aanzienlijk.
Het over 1921 behaalde winstcijfer was het hoogste dat vanaf de oprichting
bereikt werd.
De vestiging van het kantoor te Amsterdam bleek zeer goede gevolgen, zoowel
wat betreft de verkoop van pandbrieven als het sluiten van hypotheken, mede te brengen.
Ter toelichting van de Balans en van de Winst- en Verliesrekening meenen wij te
kunnen volstaan met een verwijzing naar het jaarverslag der Directie. Ook omtrent de
verrichtingen (der Vennootschap in 1921 bevat datzelfde jaarverslag uitvoerige mede-
deelingen die op het bedrijf een helder licht werpen. Ook in 1921 werd bij de executiën
geen enkel verlies geleden. De bij het verslag van de Directie gevoegde staten als
bijlage D toonen aan dat op een enkele uitzondering na alle taxaties met groote voor
zichtigheid geschied zijn en de verleende bedragen ruimschoots gedekt waren.
De geheele administratie werd in 1921 door den accountant, de heer A. E. Meijer,
•op verschillende tijden onderzocht en in goede orde bevonden.
De Balans en Winst- en Verliesrekening werden door den Raad van Toezicht met
de boeken en bescheiden vergeleken en accoord bevonden.
Commissarissen stellen U voor de Balans en Winst- en Verliesrekening goed te
keuren, de Directie en Commissarissen decharge te verleenen voor het gevoerd beheer
en verder het dividend vast te stellen op 34.— per aandeel, terwijl dan op ieder
oprichtersbewijs over 1921 ƒ110.96 wordt uitgekeerd.
In de vorige vergadering werd de Heer B. W. ter Kuile als Commissaris her
kozen. Dit jaar is, ingevolge de daarvoor opgemaakte rooster, aan de beurt van aftreding
Mr. W. B. Buma.
Ten slotte wenschen wij een warm en welgemeend woord van waardeering en dank
te brengen aan de Directie voor haar ijver en toewijding, waaraan de zoo gunstige
resultaten over het afgeloopen boekjaar te danken zijn.
Namens het College van Commissarissen:
R. DOJES, Voorzitter.