Aan de Aandeelhouders der Nederlandsche Hypotheekbank te Veendam. Mijne Heeren! Gevolg gevende aan de bepaling van artikel 39 der statuten, bieden wij U aan het verslag over het 30*te boekjaar. De uitkomst over dat jaar is zeer gunstig. Uit het door Directeuren uitgebrachte verslag blijkt toch, dat het winstcijfer hooger is dan voorgaande jaren, tengevolge van de hoogere rentemarge. De contröle der onderpanden geschiedde evenals vorige jaren door de Inspecteurs A. Halff, J. Kamps en A. M. Joustra, die van hunne bevinding rapporten aan de Bank indienden, die getuigden van eene goede opvatting van hunne taak, terwijl daardoor tevens bij de taxateurs de gedachte levendig werd gehouden, dat hun werk voortdurend werd gecontroleerd. De Balans en de Winst- en Verliesrekening zijn beide door den Accountant, den Heer A. E. Meyer te Amsterdam, nagezien en juist bevonden. Wij stellen U voor deze goed te keuren, Directie en Commissarissen te déchargeeren van het gevoerde beheer en het gehouden toezicht en het dividend te bepalen op 16 of ƒ32.. per aandeel. Aan de houders van oprichtersbewijzen komt per stuk ten goede ƒ91.66. In de vorige vergadering werd de Heer Mr. W. B. Blijdenstein als commissaris herkozen. Ingevolge den daarvoor opgemaakten rooster is dit jaar aan de beurt van aftreding de heer B. W. ter Kuile. Ten slotte zij hier een woord van hulde en dank gebracht aan de Directie en aan allen, die hebben medegewerkt tot het bereiken van het gunstige resultaat over het afgeloopen boekjaar. Namens het College van Commissarissen: R. DOJES, Voorzitter. 3

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Nederlandsche Hypotheekbank | 1920 | | pagina 5