No.
leening
Taxatie
Verleend bedrag
Saldo
31 Dec. 1919
Plaats
16673
70000
50000
49500
Rotterdam
16699
27500
-
19000
-
18810
16817
55000
37000
--
16837
60000
45000
--
44500
16905
29000
---
20000
19750
---
16911
27700
--
20500
20275
---
16967
4800
3300
3250
17068
200000
-
140000
140000
17242
20000
-
15000
15000
17262
8500
--
6350
f
6350
17274
20000
--
15000
--
15000
17302
11500
8000
8000
17313
42000
-
31000
31000
17314
15500
10500
10500
17317
20000
14000
14000
17318
47000
32000
32000
Het saldo op 31 December 1919 van de leeningen, waarbij het ver
schuldigd bedrag meer dan 2/3 doch ten hoogste 3/4 der geschatte waarde
van het onderpand beloopt, bedraagt:
Taxatie.
Verleend bedrag.
Saldo.
Plaats.
4.758.250.-
3.469.100.—
3.342.192.50
Amsterdam.
984.500.—
711.650.—
698.825—
Rotterdam.
694.500.—
496.200—
486.505—
’s-Gravenhage.
Bij de verkoopen ingevolge art. 1223 B. W. waren betrokken 9 leeningen tot een
bedrag van in totaal ƒ49.262.50 tegen 8 leeningen met 38.919.68 in 1918, zijnde 1.381
per mille van het aantal der uitstaande leeningen en 1.27 per mille van het uitstaand
bedrag. De overeenkomstige cijfers van het vorige jaar waren 1.227 en 0.963.
Het geringste bedrag, dat bij deze verkoopen was betrokken, beliep ƒ1300.—, het
hoogste 18.250,
Deze verkoopen waren noodzakelijk 1 maal wegens inbeslagneming van het onder
pand, 3 maal wegens wanbetaling en 5 maal wegens faillissement en wanbetaling.
De uitkomst blijkt uit den hierna volgenden staat. Hierbij wordt echter opnieuw
opgemerkt, dat dergelijke verkoopen in den regel onder ongunstige omstandigheden
plaats vinden, zoodat de schattingen, welke naar de verkoopwaarde onder normale
omstandigheden worden gedaan, niet altijd worden bereikt.
JU*
i
i