Aan
de Aandeelhouders der Nederlandsche
Hypotheekbank te Veendam.
Mijne Heeren!
Het is dit jaar met een gevoel van weemoed, dat wij gevolg geven aan art. 39
der statuten en U hierbij overleggen het verslag behelzende de verrichtingen onzer
Vennootschap over het afgeloopen boekjaar, vergezeld van de balans en winst- en
verliesrekening met toelichtende staten.
Een zeer ernstig verlies is door de Bank geleden door het overlijden in Juli 1919
van Mr. N. F. Wilkens, den Directeur onzer Bank, die van de oprichting af deze
betrekking bekleedde.
Acht en twintig jaren lang hebben wij hem aan het werk gezien en ten zeerste op
prijs gesteld de uitnemende diensten, die hij als bestuurder aan onze instelling heeft
bewezen en deze tot een der eerste hypotheekbanken in het land heeft gemaakt.
Maar ook als vriend hebben wij hem hoog gesteld. Zijne nagedachtenis zal bij
ons in eere worden gehouden.
Jammer, dat hij de vervulling van zijn wensch om een bijkantoor in Amsterdam
te vestigen, niet heeft kunnen beleven.
Wij vonden ons medelid den Heer R. Dojes wederom bereid om tijdelijk de open
gevallen plaats in het Bestuur in te nemen, terwijl Jhr. Mr. D. R. de Marees van
Swinderen tot tijdelijk lid van den Raad van Toezicht werd gekozen.
Deze tijdelijke toestand eindigde met de benoeming van Mr. G. Brouwer Jzn. tot
Directeur in eene buitengewone vergadering van aandeelhouders op 3 December 1919.
De verkregen uitkomsten zijn wederom gunstig geweest. Verliezen bij verkoop
werden niet geleden. De opbrengst van de verkochte onroerende goederen was veel