Aan de Aandeelhouders der Nederlandsche Hypotheekbank te Veendam. Mijne Heeren Overeenkomstig artikel 39 der Statuten hebben wij de eer II het verslag van de Directie over 1918 van onze Bank aan te bieden. Zooals het vorig jaar in het vooruitzicht werd gesteld, zijn, in verband met het toenemend bedrag der uitstaande Pandbrieven, 500 aandeelen der vierde serie 1000.— uitgegeven, waarmede het geplaatste maatschappelijk kapitaal is gestegen tot ƒ4.000.000. waarop gestort is 20 Het daarbij verkregen agio van ƒ80.080.— is in de reserve gestort. De verkregen uitkomsten zijn in het afgeloopen jaar zeer bevredigend geweest, zooals uit het met zorg door Directeuren samengesteld en uitgebreid verslag meer in bijzonderheden blijkt. Verliezen bij verkoop van onderpanden werden niet geleden. De buitengewone stijging der waarde van vaste goederen en de onzekerheid welke bestaat of die zal voortduren, gebiedt een groote voorzichtigheid bij het vaststellen van het bedrag dat op een onderpand kan worden geplaatst. Wij stellen U voor de Balans en de Winst- en Verliesrekening over 1918, onder decharge aan de Directeuren voor hun beheer en aan Commissarissen voor hun toezicht, goed te keuren en dienovereenkomstig het Dividend vast te stellen op veertien percent of 28.per aandeel voor de aandeelen nos. 1 t/m. 3500 en op zeven percent of ƒ14.— per aandeel voor de aandeelen nos. 3501 t/m. 4000. Op de algemeene vergadering, gehouden den 14dcn Mei 1918, werd de Commissaris Mr. H. Smeenge herbenoemd. In dit jaar is Mr. P. H. A. Tydeman aan de beurt van aftreding. 5

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Nederlandsche Hypotheekbank | 1918 | | pagina 7