Uit vorenstaande lijsten blijkt wel, dat de taxaties een goeden grondslag bieden voor hypothecaire leeningen. In bijna alle gevallen was de opbrengst hooger dan de taxatie. Wij ontveinzen ons echter niet, dat de opbrengst-cijfers nog in het teeken staan van de abnormale tijden. De tijdsomstandigheden brengen nog steeds mede eene welwillende houding aan te nemen ten opzichte van verzoeken tot latere betaling der rente of vrijstelling van de verplichte aflossing. De achterstand op 31 December was iets hooger dan in het vorig jaar. Immers van de op 1 November 1918 vervallen renten en aflossingen tot een gezamenlijk bedrag van ƒ1.338.496.44 stónd op 31 December nog open ƒ23.518.355 (t.w. ƒ11.671.90 rente en ƒ11.846.455 aflossing), van de renten en aflossingen op 1 Mei 1918 vervallen, nog ƒ2396.71 (t.w. ƒ604.16 rente en ƒ1.792.55 aflossing), van de renten en aflossingen 1 November 1917 vervallen, nog ƒ890.21 (t.w. ƒ290.21 rente en ƒ600. aflossing), welke bedragen op de balans voorkomen onder het hoofd hypotheek-debiteuren groot ƒ26.805.270. Het overeenkomstig bedrag ten vorige jare was ƒ21.360.935. Bij het afdrukken van'dit verslag staat er-in het geheel nog open ƒ4100.93. Staat van achterstallige renten en aflossingen telkens op 31 December van de jaren 19091918, met daarnaast de bedragen van de renten en aflóssingen welke op 1 No vember van diezelfde jaren waren verschenen. 1918 26.805 2 75 1.338.496 44 1913. 13.890 99 1.024.848 765 1917 - 21.360 935 - 1.249.963 17 1912 - 11.959 41 - 918.731 08 1916 - 20.769 05 - 1.203.476 27 1911 .- 16.769 955 898.890 26 1915 - 35.169 53° - 1.159.079 09 1910 - 12.760 8Ó5 - 880.556 19 1914 - 55.668 50 - 1.084.985 29 1909 - 17.088 38 766.131 I 215 Onze inspecteurs, de heeren A. Ha Iff te Schagen, J. Kamps te ’s-Gravenhage en A. M. Joustra te Vefendam, zetten ook dit jaar met goed resultaat het onderzoek naar de verbonden of onderscheidene te verbinden onderpanden voort. Hunne rapporten geven een günstigen indruk van de geïnspecteerde perceelen. Voorzoover bij enkele onderpanden het onderhoud te wenschen overliet, werd door ons op beter onderhoud aangedrongen. Door de inspecteurs werd bij onze taxateurs aangedrongen de tegen woordige abnormaal hooge prijzen van gebouwde- en ongebouwde eigendommen niet als grondslag hunner schattingen te gebruiken. Uit hunne rapporten besluiten wij, dat daarmedë voldoende rekening wordt gehouden. De heer J. W. Drinkenburg ging voort de goede samenwerking tusschen de directie en de vertegenwoordigers, zoomede het aanknoopen van nieuwe relaties door persoonlijk bezoek te bevorderen. PANDBRIEVEN, Aanzienlijke bedragen werden wederom dit jaar in onze pandbrieven belegd; wel een bewijs hoezeer het veilig karakter dezer fondsen door de beleggers wordt gewaardeerd. In het geheel werden in het afgeloopen jaar geplaatst 4.399.950De betrekkelijk geringe koersschommeling, waaraan onze pandbrieven onderhevig zijn geweest in den loop der jaren, de waarborgen die het gestorte kapitaal, vermeerderd met een aanzienlijke reserve, aanbiedt, niet minder ook de gunstige gang van zaken vanaf de oprichting der Bank in 1890, doen deze pandbrieven blijkbaar voor een rustige belegging zeer in aanmerking komen.

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Nederlandsche Hypotheekbank | 1918 | | pagina 23