doch dat zij het om bijzondere reden nog niet den tijd achtten daarmede te komen, de benoeming heeft thans plaats gehad. In de Buitengewone Algemeene Vergadering van Aandeelhouders, gehouden 17 December 1917, werd, door Commissarissen als zoodanig voorgedragen, met ingang van 1 Januari 1918 benoemd Mr. M. J. Bos, zoon van den overleden Directeur. De wijze waarop de Aandeelhouders die voordracht ontvingen en daarna met algemeene stemmen Mr. Bos tot Directeur benoemden, bewijst, dat Commissarissen met die voordracht geheel handelden in den geest der Aandeelhouders. Met het oog op het bepaalde bij artikel 48 der Statuten zal, nu het bedrag der uitstaande pandbrieven de tegenwoordige hoogte heeft bereikt, binnenkort weder tot uitgifte van een deel der vierde serie van het maatschappelijk kapitaal moeten worden overgegaan. Commissarissen zullen tijdig van de nieuwe uitgifte mededeeling doen. Ten slotte brengen wij nogmaals dank aan de Directie en aan allen die medewerkten voor den arbeid in het afgeloopen jaar verricht. R. DOJES, Namens het College van Commissarissen: Voorzitter.

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Nederlandsche Hypotheekbank | 1917 | | pagina 8