Aan
de Aandeelhouders der Nederlandsche
Hypotheekbank te Veendam.
Mijne Heeren!
Ingevolge artikel 39 der Statuten bieden wij U hierbij aan het verslag der ver
richtingen van onz£ bank over het 27ste boekjaar. De uitkomst in dat jaar verkregen
geeft zeker Weder alle reden tot tevredenheid.
Uit het door Directeuren uitgebracht verslag blijkt toch, dat de zaken der Bank
nog geregeld vooruitgingen en de resultaten van het afgeloopen jaar aan dien vooruit
gang geëvenredigd zijn.
De rapporten van de Inspecteurs Halff, Kamps en Joustra en de toelichtingen der
Directie daaromtrent, getuigden opnieuw van eene goede opvatting van hun taak, terwijl
bij voortduring de gedachte wordt versterkt dat op het werk der schatters een goed
toezicht wordt gehouden.
Waar, tengevolge van de zoolang aanhoudende buitengewone omstandigheden, de
toekomst allerlei in haar schoot kan bergen, daar stemt het bovenstaande tot gerustheid.
Met het oog op hetgeen gebeuren kan, is bij Instellingen als de onze de uiterste voor
zichtigheid plicht; daarom sporen wij, onze voldoening uitsprekende over de wijze waarop
allen hun taak opvatten, ten sterkste aan op den ingeslagen weg voort te gaan.
De Balans en de Winst- en Verliesrekening, beide door den Accountant, den heer Meijer
te Amsterdam, nagezien en juist bevonden, zijn namens Commissarissen door de Leden
van den Raad van Toezicht met de boeken en bescheiden vergeleken en gecontroleerd.
Wij stellen U voor deze goed te keuren, Directie en Commissarissen te déchargeeren van
het gevoerde beheer en het gehouden toezicht en het Dividend over 1917, evenals het
vorig jaar, weder te bepalen op 14% van het verplicht gestort maatschappelijk kapitaal.
In de vorige vergadering werd de heer Jhr. Mr. D. R. de Marees van Swinderen
als commissaris herkozen, dit jaar is, ingevolge den daarvan opgemaakten rooster, aan
de beurt van aftreding de heer Mr. H. Smeenge.
Werd in het vorig jaarverslag medegedeeld dat de voornemens van Commissarissen
inzake de aanbeveling voor een nieuwen directeur, in de plaats van den nog altijd diep
betreurden overleden mede-Directeur Dr. Bos, reeds een vasten vorm hadden aangenomen,
5