B. Onderpand in hoofdzaak Ongebouwd.
Leening
No.
Gesloten
in
het jaar.
Onderpand
gelegen
in de provincie.
Taxatie.
Verleend
bedrag.
Saldo.
Opbrengst.
13902
1915
Groningen
4.000
2.500
2.300
5.000
9478
1909
12.600
8.000
6.850
13.600
700
-*)
13226
1914
3.100
1.550
1.425
4.400
12383
1913
12.500
7.500
6.975
lp
12.100
13631
1915
3.000
-
1.500
1-
1.500
pi
3.825
10681
1911
Friesland
3.320
8
2.000
1.835
5.666
13043
1914
1.375
jj
700
637
50
1.350
12175
1913
2.750
j
1.700
1.575
3.534
12228
1913
2.300
1.500
1.325
3.039
13021
1914
1.150
700
637
50
1.250
13550
1915
Drenthe
7.250
3.600
3.600
25.000
10757
1911
2.375
1.500
1.362
50
4.300
13015
1914
6.760
3.500
2.125
4.300
1.250
13168
1914
1.900
1.250
1.175
1.606
14301
1916
11.100
6.000
5.962
50
11.486
12861
1914
2.910
1.800
1.680
5.500
8466
1908
6.000
3.200
1.600
O o
o o
o
391
1893
2.805
1.150
950
7.329
50
12936
1914
11.400
5.000
4.750
10.985
14003
1916
800
350
335
1.600
10091
1910
Gelderland
2.950
1.500
1.290
3.570
13820
1915
33.000
19.000
18.250
130.000
13978
1915
173.400
77.000
77.000
361.813
30
14395
1916
N oord-Holland
3.000
1.800
1.775
3.500
9901
1910
6.100
2.500
2.260
4.850
13339
1914
4.500
3.000
1.585
5.801
12896
1914
4.500
2.600
2.300
6.200
8497
1908
1.338
700
520
9.920
13536
1915
Zuid-Holland
3.500
2.000
1.900
4.050
11716
1912
20.000
10.000
10.000
17.000
13469
1915
Zeeland
55.100
25.000
1.4250
74.000
14392
1916
N oord-Brabant
9.000
5.500
5.450
9.650
Uit vorenstaande lijsten blijkt wel dat de taxaties een goeden grondslag bieden voor
hypothecaire leeningen. In vele gevallen was de opbrengst aanzienlijk hooger dan de
taxatie. Wij ontveinzen ons echter niet, dat de opbrengst-cijfers in het teeken staan
van de abnormale tijden.
mm
-1
^m
mm
tt
i
--
ft
-
mm.
tt
mm
I-
mm
mm
tt
mm
mm
tt
-
--
mm
i
i-
-
'mm
--
m-
31
--
mm
tt
-
-*)
-
s-
-i
tt
i
m*.
tt
tt
-*)
1-1
i-
mm
--
mm
tt
8
---
m~
s
mm
--
mm
tt
-
3-
--
tt
i
4-
-
--
mm
tt
-
m-
-
mm
mm
i
mm
-
if
tt
-
■mm
mi
mm
Taxatie van gedeelten van het onderpand geroyeerd bi) gedeeltelijke aflossingen gedurende den loop der leening.
