Het geringste bedrag dat bij deze verkoopingen was betrokken, beliep ƒ700.
het hoogste 32.000.
Deze verkoopen waren noodzakelijk: 10 maal wegens faillissement van den debiteur,
8 maal wegens wanbetaling, 2 maal wegens inbeslagneming van het onderpand.
De uitkomst blijkt uit den hierna volgenden staat. Hierbij worde echter opnieuw
opgemerkt, dat dergelijke verkoopingen in den regel onder ongunstige omstandigheden
plaats vinden, zoodat de schattingen, welke naar de verkoopwaarde onder normale
omstandigheden worden gedaan, niet altijd worden opgebracht.
A. Onderpand in hoofdzaak gebouwd.
No. der
Leening.
Gesloten
in
het jaar.
Onderpand
gelegen
in de provincie.
Verleend
Taxatie.
bedrag.
Saldo der
leening.
Opbrengst.
10871
1911
Groningen
3.500— 2.300.—
ƒ2.090—
4.550—
11429
1912
2.600.—
1.600—
1.425—
3.550—
11372
1912
3.450.—
2.300—
1.900—
3.150—
3711
1902
Friesland
5.000.—
3.300—
2..150—
4.867—
13128
1914
Drente
6.000—
4,000—
3.700—
6,950—
•12225
1913
22.000—
14.600—
14.300—
16.755—
9737
1910
Overijsel
4.500—
2.800—
950—
f 1.521
j 2.150—*
12483
1913
,t
7.750—
4.650—
4.548.75
5.130—
13212
1914
13.500—
9.000—
8.925—
8.050—
13284
1914
6.750—
4.400
4.362.50
4.250—
13895
1915
3.850—
2.500—
2.500—
3.900—
13373
1914
Gelderland
12.500—
7.400—
7.373.69
8.570—
5343
1904
N.-Holland
2.500.—
1.300—
700—
3.371
6497
1905
Z.-Holland 2)
4.000—
2.500—
2.100
2.150—
10884
1911
n
2.000—
1.000—
800—
1.840—
13615
1915
4.750—
2.500—
2.500—
3.900—
11751
1912
Zeeland
9.300—
4.500—
4.250—
4.400—
13302
1914
N.-Brabant
6.000—
3.000
2.910—
4.650—
13803
1915
Den Haag
48.000—
32.000—
32.000—
37.700—
B. Onderpand in hoofdzaak ongebouwd.
11385 1912 Friesland f 1.900— J 1.000— f 900.— j 2.000—
In twee gevallen nos. 13212 en 13284 ten laste van denzelfden debiteur was de
Bank genoodzaakt tengevolge van slecht onderhoud en ongunstigen stand de onderpanden
met eenig verlies te verkoopen. Dit verlies is door latere bijbetaling van den debiteur
teruggebracht tot ƒ604,79, welk bedrag op de winst- en verliesrekening is vereffend.
14
tt
t*
tt
tt
0 exclusief Amsterdam. 2) exclusief 's-Gravenhage en Rotterdam.
Taxatie van een gedeelte van het onderpand geroyeerd bij gedeeltelijke aflossing gedurende den loop
der leening.