Aan
Heeren Commissarissen der Nederlandsche
Hypotheekbank te Veendam.
In de gewone algemeene vergadering werd voorzien in de vacature, ontstaan door
het overlijden van den heer Mr. J. B. Roelvink, van af de oprichting Commissaris der
Bank, in wiens plaats werd benoemd de heer Mr. W. B. Blijdenstein, Directeur der
Twentsche Bank, te Amsterdam.
Onmiddellijk na afloop dier vergadering bereikte ons de mededeeling van het
overlijden van Dr.. Bos en hadden Commissarissen te voorzien in deze vacature. De
bepaling van art. 29 der Statuten was hierbij van kracht: „Bij voortdurende ontstentenis
van een directeur wordt hierin voorloopig door den Raad van Toezicht voorzien”.
De Raad van Toezicht benoemde, na gehouden overleg met de overige aanwezige com
missarissen, den heer R. Dojes te Mpeden, lid van den Raad van Toezicht, tot waar
nemend Directeur der Bank.
De daardoor in den Raad van Toezicht opengevallen plaats werd aangevuld door
de benoeming van den heer Jhr. Mr. D. R. de Marees van Swinderen te Groningen,
Commissaris der Bank, tot lid van den Raad van Toezicht.
Directie en Commissarissen waren van meening, dat, nu de goede gang van zaken
was verzekerd, er geen aanleiding bestond eene buitengewone algemeene vergadering
bijeen te roepen, om een tijdelijke waarneming in een vaste benoeming te veranderen.
Deze benoeming kon zonder bezwaar worden aangehouden tot de eerstvolgende gewone
algemeene vergadering.
7
SSSSIggg ATERDAG 6 Mei 1916 overleed onze mede-directeur Dr. D. Bos. Niet
alleen voor ons land, maar ook voor de Bank is in hem een groote figuur
heengegaan. Vanaf de oprichting der Bank met Mr. N. F. WrLKENs als
oprichter-directeur opgetreden, heeft hij door zijn groote bekwaamheid en
veelzijdige ontwikkeling een belangrijk aandeel gehad in den voortdurenden bloei der
Bank. De herinnering aan de samenwerking met een hoogstaand man als Dr. Bos zal
bij ons duurzaam zijn. Zijn persoonlijkheid, die ook van grooten invloed was op het
hypotheekbankwezen in het algemeen, zal bij ons noode worden gemist. Wij verliezen
in hem een ruim denkend directeur, wiens naam, onafscheidelijk verbonden aan de
geschiedenis, der Bank, steeds bij ons in eere zal blijven.