de Véle hypotheekbanken overal in het land op landelijke eigendommen in alle gewenschte bedragen tegen den koers van het oogenblik gelden zijn te verkrijgen en daardoor het in vroegere tijden bestaande bezwaar, dat het kapi taal niet gemakkelijk genoeg den landbouw toevloeit, is ondervangen, daarmede worde geenszins beweerd, dat' in ons land de beleening van landelijke eigen dommen door hypotheekbanken een groote vlucht heeft genomen. In dit op zicht is de loop der zaken een andere geweest dan die men zou afleiden uit het feit, dat de aandrang tot oprichting van dergelijke instellingen juist uit de landbouwkringen is gekomen. De statistieken over het grondcrediet, welke nog steeds aan verschillende gebreken lijden, geven eerst sedert 1910 getallen over de nieuwe inschrijvingen, waarin behoorlijke onderscheidingen zijn opgenomen van de schuldeischers. Daarbij kon uiteraard de vaste, geleidelijk of verminderende of steeds gelijk blijvende hypothecaire leening niet worden onderscheiden van de crediet- hypotheek, welke geenszins in bedrag overeenstemt met de schiildvordering. Genoegzaam is echter te zien welke beteekenis de hypotheekbanken hebben in de verzorging van het van grondcrediet voor landelijke eigendommen. lp de vier jaren 1910 ’13 was gemiddeld nieuw ingeschreven op lan delijke eigendommen: Hieruit volgt dat van het in deze jaren benoodigde kapitaal, dat verstrekt is op landelijke onderpanden ongeveer 13.2 °/o door hypotheekbanken werd verstrekt. Houdt men er rekening mede, dat niet het bedrag der crediethypo theken ten volle zal zijn opgenomen dan zal dit cijfer in werkelijkheid iets hooger zijn, maar veel zal dit niet uitmaken. Eigenaardige verschillen merkt men op als men de cijfers ontleedt voor de verschillende provinciën. In den navolgenden staat is opgenomen welk percentage gemiddeld van de in elke provincie ingeschreven hypotheken op landelijke eigendommen door hypotheekbanken is genomen. Daar deze getallen jaar bij jaar zeer kunnen verschillen, wijl de plaatsing van een enkele groote hypotheek bij een bank het beeld geheel kan doen veranderen, worden ook hier de gemiddelden genomen over 191013. ^X^are het mogelijk met het oog op de inrichting der statistiek dan ware het verkieslijk geweest de gemid delden over een langer tijdsverloop te berekenen. 36 door hypotheekbanken 8.376.000 door andere banken en instellingen (hieronder vooral de crediethypotheken)r 19.767.500 door particulieren35.301.000 Totaal63.444.500

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Nederlandsche Hypotheekbank | 1915 | | pagina 97