Een vijf en twintig jaren geleden kon men de ervaring van menig hypo- theekbankdirecteur is daar om het te bewijzen in verschillende deelen van het land vernemen, dat ieder, die een goed onderpand had wel door middel van een notaris geld kon verkrijgen en daarom de uitbreiding van de werkzaam heden der hypotheekbanken onnoodig was. Toch leert de ervaring geheel iets anders dan deze bewering, welke men niet zelden uit den mond van notarissen kan hooren. Vooreerst bleef nog wel degelijk in ons land-, ook wanneer men alleen let op de behoeften van den landbouw, een groot verschil bestaan in plaatselijk aanbod en vraag van kapitaal. Met name was een groot te kort aan beschik baar kapitaal althans voor vijf en twintig jaar nog algemeen aanwezig in de streken met arme gronden, welke in cultuur moeten worden gebracht en in het bijzonder óok in de veenstreken, waar na vergraving van de bovenlagen tot turf, de ondergrond tot bouwland wordt gemaakt. In de Groningsche, Friesche en Overijselsche veenkoloniën, op de heide- en zandgronden van Drente, Friesland, Gelderland en Noord-Brabant alsmede in sommige deelen van Noord-Holland werd de behoefte aan kapitaal voor landbouw doeleinden in geenen deele in voldoende mate bevredigd. Dit is ten deele het gevolg ook hiervan, dat het particuliere kapitaal zich niet gaarne ver van de woonplaats van den kapitalist verwijdert. Hetzelfde verschijnsel, dat zich ook reeds vroeger had voorgedaan, werd vóór de algemeene uitbreiding van den werkkring der hypotheekbanken over het geheele land nog steeds waar genomen, dat geenszins voor kapitaalsbehoefte in allerlei bedragen steeds bevrediging werd gevonden. In dit opzicht nu heeft de ontwikkeling van ons hypotheekbankwezen aanmerkelijke verbetering gebracht. Er is wel geen land ter wereld waar het aantal instellingen in verhouding tot de bevolking of de oppervlakte van den bodem zoo groot is als hier te landeGeen provincie of er zijn instellingen gevestigd, terwijl daarnaast de andere meestal hunne agentschappen of correspon dentschappen hebben gevestigd. De mededinging, zoowel in het plaatsen van pandbrieven als hypotheken is uiterst levendig. Daaraan is het toe te schrijven 33 -1) Men vergelijke b.v. met Duitschland waar het grondcrediet zoo lang reeds en zoo goed is geregeld. Bij elf maal zoo groote bevolking bestaan daar 14 Landschaften en 38 hypotheekbanken. Op 31 Dec. 1912 hadden volgens het Statistisches Jahrbuch für das Deutsche Reich 1914 de Landschaften uitstaan 3905 millioen Mark. Het crediet der Landschaften komt geheel den landbouw ten goede, dat der hypotheekbanken slechts ten deele, nl. voor 756 millioen. Daarnaast zijn er evenwel nog 42 andere instellingen van grondcrediet van Staats-, provincie- en gemeentewege, alsmede Renten banken en Landeskulturrentenbanken, welke voor een groot deel den landbouw ten goede komen, terwijl ook daar particulieren en in het bijzonder spaarbanken voor de verleening van gelden op hypotheek medewerken.

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Nederlandsche Hypotheekbank | 1915 | | pagina 94