stichting van nieuwe instellingen voort. Jaren van groote vruchtbaarheid waren 1893 met 5, 1899 met 5 en 1900 met 8 nieuwe banken. In de laatste jaren schijnt er eenige kalmte in de stichtingslust te komen. Verschillende van deze instellingen zijn niet tot wasdom gekomen. Zoo de Hypotheekbank Zeewsch-Vlaanderen te Hulst in 1885 opgericht, de Noord- Hollandsche Hypotheekbank te Alkmaar, welke, in 1889 opgericht, in 1896 in liquidatie ging, de Kennemer en de Delflandsche hypotheekbank welke door andere bestaande banken zijn geliquideerd, de hypotheekbank Groningen, de Amstel hypotheekbank waarvan men ook niets meer verneemt en misschien nog andere. Wanneer men nu zich afvraagt welk karakter alle bestaande instellingen gemeen hebben dan is het dit, dat zij zijn naamlooze vennootschappen, welke geld beleenen uitsluitend op eerste hypotheek op goederen hier in Nederland gelegen, en pandbrieven - uitgeven, wier bedrag dat der hypotheken en in den regel ook' het tienvoud van het geplaatst maatschappelijk kapitaal niet mogen overtreffen. In toenemende mate hebben deze instellingen er toe medegewerkt kapitalen aan te trekken van geldbeleggers in alle bedragen, zoodat ook de kleinste belegger zijne gelden op deze wijze kan doen strekken voor verbreiding van het grondcrediet. In alle deelen des lands zijn de instellingen thans gevestigd of worden zij door agentschappen vertegenwoordigd. In normale tijden is de concurrentie levendig genoeg, terwijl anderzijds de Vereeniging van Directeuren van Hypotheekbanken, in 1 906 opgericht en waarvan directeuren van 45 banken lid zijn, een vriendschappelijke samenwerking ter vermindering van de gevaren, welke aan elke geldbelegging, ook. die op hypotheek, zijn verbonden, heeft mogelijk gemaakt. Het plantje, waarvan men in het midden der 19e eeuw niets verwachtte, is vijftig jaren nadat de eerste instelling hare werkzaamheden begon, wel tot grooten wasdom gekomen. Eind 1914 waren er 52 instellingen, welke uit sluitend op vaste goederen hier te lande geld verstrekken. Het gezamenlijk maatschappelijk kapitaal bedroeg ƒ66.482.000, waarop gestort 14.134.030 het uitstaand bedrag aan hypotheken 500.457.314, dat der pandbrieven ƒ497.811.4001). De kapitalen zijn niet ten volle gestort, daar zij meer het karakter van waarborgfonds dragen, in den regel is 10 of 20% daarop gestort. Daardoor 27 Bij dit bedrag aan pandbrieven, is evenrryn als in den op de volgende blad zijde voorkomenden staat het bedrag der uitgelote pandbrieven medegerekend. Het verschil is zeer gering.

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Nederlandsche Hypotheekbank | 1915 | | pagina 88