maximum van 66 In 1872 vond aflossing plaats tegen 66V2 In 1874
vond aflossing plaats tegen 6672 In 1874 werd een beschermingscomité
gevormd door verschillende provinciale bankiers. Een actie werd tegen de
maatschappij ingesteld, wijl zij de zekerheid voor de pandbrieven verminderd
had, daar zij slechts pandbrieven had mogen uitgeven tegen hypotheken, terwijl
zij waren uitgegeven tegenover onregelmatige operatiën, dat niet alle aflossingen
waren gebezigd voor aflossing van pandbrieven, dat zij de aandeelhouders
ontslagen had van de 90 /o aansprakelijkheid, mits zij hun aandeel overdroegen
aan het Parijsche huis, Emile Erlanger Co. enz. Deze vordering werd afge
wezen. De liquidatie heeft, voorzoover kan worden nagegaan, geduurd tot
1893. Van zwendel was deze onderneming niet vrij gebleven. In dat licht
behooren de fraaie taxaties en verzekeringen ook bezien te worden.
Wat de Binnenlandsche Hypotheekbank betreft (de naam is wel kenmerkend
na hetgeen hiervoren werd medegedeeld), zij werd opgericht 1 865 (Staatscourant
28 Febr. 2 Maart). Tot 28 September 1866 was afgesloten 750.525,
waarop afgelost ƒ80.450. Zij is reeds spoedig geliquideerd. Gegevens daar
over waren niet meer te vinden. In 1869 werd nog een dividend van 5,62
uitbetaald
De statuten van de Rotterdamsche, ook van de Binnenlandsche, waren
grootendeels nagevolgd van de Nationale, welke op haar beurt zich weer
hoofdzakelijk gevormd had naar de oorspronkelijke statuten van het Crédit
Foncier de France van 1852 met deze beperking, dat terwijl dit zeer groote
lichaam ook leeningen verstrekt aan gemeenten, de Nationale en op haar voor
beeld ook alle andere, zich uitsluitend beperken tot hypotheken. De gunstige
financiëele gevolgen van de eerste hypotheekbanken leidden tot navolging. In
1877 verrees de Hollandsche, in 1882 en 1883 de Amsterdamsche, Arnhem-
sche, Maastrichtsche, Utrechtsche en Zuid-Hollandschezoodat de hypotheek
bewaarder Van Eek in het staatkundig en staathuishoudkundig jaarboekje van
1883 sprak van banken, die als paddestoelen uit den grond verrezen.
Het zou nog wel anders worden. In 1889, 90 en *91 verscheen een
nieuwe paddestoel-vegetatie, de Noord-Hollandsche, de Algemeene, de Hypo
theekbank voor Nederland, de Maatschappij voor Hypothecair Crediet, de
Friesch-Groningsche, de Nederlandsche te Veendam, de Haarlemsche en sedert
ging in bijna onafgebroken reeks en in sommige jaren zelfs zeer snel, de
1) De Staatscourant 11 14 Sept. 18Y4 bevat de statuten der Rotterdamsche
Hypotheekbank. Opgeteekend zij dat bij K. B. van 6 Aug. 1864, Stbl. 44, bewilliging
werd verleend voor de oprichting onder den naam van Binnenlandsche Hypotheekbank
Rotterdam, welke benaming op verzoek der Directie bij K. B. 22 Aug. 1-864 is ver
anderd in Rotterdamsche Hypotheekbank.