kochten, beleenen en het geld krijgen door de uitgifte van pandbrieven, die zouden gedekt zijn door de hypotheken, voorts door de verzekering van die hypotheken door de Assurantiemaatschappij Vindobona te Weenen, ten slotte door een groot maatschappelijk kapitaal De Nederlandsche Hypotheekbank had denzelfden werkkring, zij sloot slechts weinige hypotheken hier te lande maar alleen in Oostenrijk-Hongarije en is dus feitelijk een in het buitenland werkende hypotheekbank. Haar pandbrieven waren in guldens, ponden, thalers en franken uitgedrukt, zij had verschillende commissarissen in het buitenland wonen. Dumonceau werd com missaris in 1863. Reeds in 1862 werd het maatschappelijk kapitaal van 3 tot 20 millioen vergroot. Op 9 Mei 1862 2) was voor 36.000.000 ingeschreven-. De ontwikkeling der Maatschappij is als volgt: 1861 1.135.560,- 7 1862 3.856.207,67 11.201.206 1863 7.943.005,34 3.101.800 18.526.617 1864 10.334.596,65 5.222,640 4) 22.215.165 1865 10.270.967,77 5.222.640 22.213.765 1866 10.178.387,72V2 5.222.640 22.205.655 1867 5.163.672,16 5) 8.966.682 Den 28 Juli 1870 ging de Bank in liquidatie. Volgens den Moniteur des Intéréts matériels bestond haar actief uit hypotheken op gronden, grootendeels in Hongarije gelegen, 8000 aandeelen Warschau-Oderberg Spoorwegmaatschappij. Ruim 1 millioen hypotheekschuld werd te gelde gemaakt voor 876.237. De 8000 aandeelen brachten op ƒ1.016.370. Voor de pandbriefhouders liep het niet vroolijk af. Liquidateuren stelden 1871 een inschrijving open voor aflossing van ƒ500.000 pandbrieven tot een 25 31 December. Bedrag der leeningen 3). Bedrag der aangekochte hypotheken in hef voorgaand cijfer begrepen. Taxatie der verkoopwaarde van de goederen. 0 Dr. Walther Meynen, Das Belgische Bankwesen. Berlin, 1911. 2) Deze en de volgende mededeelingen zijn alle getrokken uit het Amsterdamsch, na 1869 uit het Nieuw Algemeen Effectenblad. a) Hierbij is op te merken dat alle leeriingen verzekerd waren bij de Vindobona. Op de hypotheken werd jaarlijks een bedrag afgelost. Het is niet na te gaan of dit op de aangekochte hypotheken het geval isgemakshalve is aangenomen dat de aflossingen, welke in 1862: 14.304,83; 1863: 90.002,33; 1864: 80.248,69: 1865: 63.628,86; 1866: 92.580,06V2 bedragen, op de uitgezette leeningen zijn afgelost. Uit het verslag over het jaar 1867 schijnt dat de aflossingen voor een deel ook op de aangekochte hypotheken hebben plaats gevonden. 5) Vermoedelijk zijn deze aangekochte leeningen gecedeerd.

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Nederlandsche Hypotheekbank | 1915 | | pagina 86