en Peulvruchten aan Zijne Majesteit den Koning der Nederlanden in 1823
ingediend
De gevolgen van deze dalingen bleven niet uit. In de bedoelde memorie
worden ze levendig geschilderd. De woeker stak het hoofd op, gerechtelijke
verkoopingen waren aan de orde van den dag, kapitale boerenplaatsen werden
voor spotprijzen verkocht, geldschieters op hypotheek waren niet meer te
vinden. „Iedereen verkiest tegenwoordig het zoogenaamd vermogen der
Brieventasch.” De landman kan zijn grond niet eens voor de halve waarde
beleenen, hypotheken worden opgezegd. Tal van boeren komen tot den
bedelstaf, wat blijkt uit de mededeeling, dat „welvarende boeren voor eene
en dezelfde uit wanhoop, blijkbaar bij woekeraars, ingegane schuld van gene
gotieerde penningen, door wisselbrieven hunne personen aan aantasting en door
hypothecatie hunne vaste goederen aan gerechtelijken verkoop voor een spotprijs
hebben blootgesteld.”
De nood van den landbouw gaf den Koning geen aanleiding tot invoering
van graanrechten maar tot pogingen om een goed credietstelsel in te richten.
Aanvankelijk streefde men naar de inrichting van een landelijk credietstelsel,
dat niet alleen in het grondcrediet maar ook in het bedrijfscrediet van eigenaar
en pachter zou voorzien.
Dit plan is blijkbaar afkomstig van Johannes Goldberg (1 7631 828) agent
van de Nationale Qeconomie van 17991801, onder Schimmelpenninck
Staatsraad, later onder Koning Lodewijk gezant te Berlijn van 18071809,
lid van den Raad van State van 18181827 2).
Goldberg had kennis genomen van het W est-Pruisische Landschaps-Crediet
systema, waarvan het zijne een navolging is, met dit versthil, dat het niet
uitsluitend op landgoederen van den adel maar op alle landgoederen en landerijen
toepasselijk is en „dat hetzelve tevens dienstbaar kan zijn voor de ondersteuning
der pachters en huurders der landerijen in tijden van te grooten overvloed van
granen, en daaruit voortkomende lage prijzen derzelve, waartoe het Pruissische
systema niet is ingerigt, en hetwelk ook de bedoeling van hetzelve niet was 3).
In den langademigen titel van het Ontwerp van een landelijk crediet
systema, dat in 1821 door den Koning om advies aan de Gedeputeerde Staten
9
jn Verzameling van te weinig bekende stukken uit het Provinciaal Archief in be
trekking tot de Graanrechten bijeengebracht door J. Doornbosch, Winsum 1895.
“9 In de papieren van Goldberg voorkomende in het Rijksc^rchief heb ik niets
over deze aangelegenheid kunnen vinden. Van de correspondentie van Goldberg met
den Gouverneur van Groningen en anderen over deze zaak, berustende in het archief
van het Kabinet der Koningin, heb ik kennis kunnen nemen. Het daar berustend
dossier bevat de meeste bijzonderheden van de voorgeschiedenis.
s) Ontwerp van een landelijk crediet systema, voorkomende in de Provinciale
Bibliotheek te Groningen.