dat tegenover het lange onopzegbare crediet aan de geldnemers een zelfde
lang onopzegbaar crediet van de geldschieters moet staan.
In den loop der jaren was men voorts zeer ver afgeweken van het oor
spronkelijke schema, waarbij ieder bezitter van een goed een zeker aantal
pandbrieven kon opnemen, die hij zelf moest verzilveren. Reeds spoedig
begon zich öf het bestuur der Landschaft zelf daarmede te belasten öf werd
voor dat doel een afzonderlijke leenbank opgericht. Gaandeweg wordt dus
in werkelijkheid de practijk, dat de Landschaft hare obligaties, pandbrieven
uitgeeft en voorschotten in geld geeft, zooals dat ook bij de gewone hypo
theekbanken het geval is.
De Duitsche Landschaften hebben voor den Landbouw, vooral het groot
grondbezit, waarvan eerst het adellijke, later ook het gewone boerenbezit werd
beleend, groote beteekenis gehad en hebben die nog. Zij hebben over het
geheel gezorgd voor een goedkoop grondcrediet voor landelijke eigendommen.
De ontwikkeling echter is in Duitschland in geenen deele zoo groot als die
der Hypotheekbanken, waarbij van eenige solidaire borgstelling der schulde
naren geen sprake is. Deze laatste zijn vain veel meer beteekenis geworden,
in het bijzonder voor de uitbreiding van de steden en den bouw van woningen
in het algemeen, voor den landbouw hebben zij veel minder belang gehad.
Het totaal bedrag van de uitstaande pandbrieven der Landschaften bedroeg
in Duitschland 31 December 1912 volgens het Statistisches Jahrbuch für das
Deutsche Reich, 3905 millioen, dat der hypotheekbanken 11411 millioen Mark.
Ontegenzeggelijk blijft de hier zeer in het kort weergegeven geschiedenis
van deze instellingen van groote beteekenis voor het geheele grondcrediet,
daar het stelselhypotheekverleening uit gelden, welke door uitgifte van
gemakkelijk te verhandelen obligaties worden verkregen, in het geheele hypo-
theekbankwezen feitelijk is overgegaan. Deze zeer krachtige en wijdvertakte
stam wortelt ten slotte in den schralen grond van den oorlogsnood.
In ons eigen land is de geschiedenis niet anders. Ze is weinig bekend
en slechts met veel moeite is'het mij gelukt de gegevens te verkrijgen, welke
over den oorsprong van de eerste instelling van grondcrediet opgericht te
Groningen het noodige licht verspreiden.2)
7
9 In het Zeitschrift für Agrarpolitik, Juli 1910 komen b.v. de volgende gegevens
voor over de Silesische Landschaft, welke de beteekenis voor het grondbezit doen zien
31 Maart 1910 1937 riddergoederen beleend met 406.248.185 Mk., waarvan 3 ®/o pand
brieven 147.811.600, 3^2 °/o 232.081.405 en 4% 26.855.180. Boerengoederen 15.514
beleend met 212.807.250 Mk., waarvan 3 pandbrieven 42.216.250, 31/a °/o 146.318.600,
4 24.272.400.
2) Olivier, Grondcrediet en Hypotheekbanken 1855, geeft verschillende, mededee-
lingen over deze instelling en de voorstellenwelke in het midden der eeuw tot