VERKLARING opgemaakt naar aanleiding van de
vernietiging van pandbrieven op Donderdag 27 April
1916, met specificatie van de vernietigde stukken.
BIJLAGE D.
De ondérgeteekenden
1. de Heeren Mr. N. F. Wilkens en Dr. D. Bos, te zamen uitmakende de Directie
der Naamlooze Vennootschap „Nederlandsche Hypotheekbank”, gevestigd te
Veen dam
2. de Heeren R. Dojes, H. Bosscher Jr. en R. Scholtens,. als leden van den Raad van
Toezicht van genoemde Bank;
3. de Heeren C. W. Lunsingh Scheurleer, Bankier te ’s-Gravenhage en J. H. Ruskamp Jr.,
Bankier te Sneek, te zamen uitmakende de Commissie uit pandbriefhouders, bedoeld in
art. 37 al. 1 der Statuten;
4. de Heer A. E. Meijer, Lid van het Nederlandsch Instituut van Accountants, wonende
te Amsterdam
verklaren, dat op heden, in hunne vergadering ten kantore der Nederlandsche Hypotheek
bank voornoemd, in hunne tegenwoordigheid door verbranding zijn vernietigd de navolgende
pandbrieven dier Instelling met talons en coupons:
4.5 pandbrieven.
Serie
Aantal
Nummers
Bedrag
D1
3
1039 1148 1158
3000
D2
3
1878 1879 1971
1500.—
D3
6
366 367 798 1364 1610 1611
1200.—
D4
5
1975 1978 1979 2304 2305
250
4 pandbrieven.
A1
1
106
1000.—
AA1
7
317 318 1785 2182 2366 2482 2496
7000.—
AAA1
11
202 377 921 955 5170 10775 10884 11559 11561 12314 12534
11000.—
AA2
1
1276
500.—
AAA2
12
1769 5061 5821 5822 5869 6117 6406 6468 6928 7282 7283
7284
6000.—
A3
1
492
200.—
AA3
2
85 149
400.—
Transporteeren
32050.—
BSSLJlËtJLLSCjfË
1'