tijd tegen lagere rente werden gesloten dan nu is te bedingen, of wel bij eigendomsovergang steeds dok aflossing van de hypotheken plaats vindt, of oök continuatie van leeningen over het oorspronkelijk tijdperk heen toelaatbaar is, enz. Wel kan men zeggen, dat indien de banken, door zich steeds bereid te verklaren pandbrieven te verkoopen van verschillend rentetype tegen denzelfden koers, met inachtneming van de plaatsingsprovisie, als waarvoor grif wordt inge kocht, de banken een zoo groot belang bij het ophouden van den koers hebben, dat de houders in dat geval bij de gemakkelijke realiseerbaarheid van hun fondsen het grootste belang hebben. De Nederlandsche Hypotheekbank, die dit standpunt in circulaires aan hare vrienden steeds uitvoerig en openhartig heeft uiteengezet en deswege in de financieele pers ook Wel is aangevallen, heeft tot dusver geen enkele aan-' wijzing van het tegendeel ontvangen. Integendeel de vooruitgang in de plaatsing harer pandbrieven bleef aanzienlijk, de koersen konden de vergelijking met die van de instellingen, welke andere stelsels huldigen, doorstaan. Wat nu de stelsels van omloting betreft van oude pandbrieven, deze kunnen weer wijzen op enkele voordeelen welke op een gegeven tijdperk in het jaar aan een door loting aan te wijzen aantal pandbriefhouders wordt gegeven. Voorzoover de verwachting daarvan prijsstijging motiveert, welke in den regel met I /o ongeveer betaald is, kan deze zich in den stand der koersen openbaren Indien banken, welke dit stelsel niet omhelzen, een prijsstand weten te behouden welke met die van andere, welke het stelsel wel toepassen, over eenkomt, schijnt het meer aanbevelenswaardig dit voordeel te doen toekomen aan allen, dan alleen aan degenen, die bij de loting gelukkig zijn. Ten slotte moge dit voorname argument niet worden vergeten. Wanneer de banken steeds tot verkoop bereid zijn, op de koersen, waarop zij, onder verrekening van commissionnairsprovisie ook inkoopen, zullen vele houders volstrekt geen aanspraak hebben op uitbetaling pari. Degenen die in de laatste maanden in belangrijke bedragen 4% pandbrieven voor 89 tot 92 procent hebben gekocht of 4/2/0 pandbrieven voor 94V2 tot 96 procent, waarvan sommigen reeds koerswinst hebben gerealiseerd, zullen op aflossing tegen 100 0/o toch waarlijk geen recht hebben. Dit punt wordt bij de beoordeeling van dit vraagstuk te veel uit het oog verloren. Ook hier is het ten slotte het beleid der directies dat den doorslag geeft. Het is hun taak, hun eer en hun verdienste bij de leiding, wanneer zij weten te bereiken, dat de belangen van de houders bij een veilig bezit dat zoo weinig als bij de veranderingen in den rentestand maar mogelijk is, in waarde wisselt, en steeds gemakkelijk verhandelbaar is, zoo goed mogelijk worden behartigd. De ervaring ook in het buitenland heeft genoegzaam geleerd dat

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Nederlandsche Hypotheekbank | 1915 | | pagina 135