Niet zelden geeft de toepassing van dit stelsel ernstige moeilijkheden in de practijk. Althans in Duitschland is het ondervonden. Wanneer de rentestand stijgt en daarmede de koers der pandbrieven daalt, moeten de banken bij het aangaan van leeningen een groot disagio op de pandbrieven lijden. De ervaring leert toch dat men niet gemakkelijk van het eene op het andere rentetype oyer gaat. Trouwens daarbij kan men alleen vrij groote sprongen maken b.v. van 372 tot 4, van 4 tot 472, terwijl rentetypen van 38/4, 378, 47g» 474 enz. niet gewild zijn. Dit koersverlies bij den verkoop van pand brieven geeft aanleiding tot zeer aanzienlijke opdrijving van de provisiën bij de sluiting van leeningen, veel hooger dikwijls dan men hier in den regel kent. De regeling en voorziening van het grondcrediet wordt daardoor niet bevorderd. In een stelsel, waarbij niet pari behoeft afgelost te worden op de pand brievenschuld is dat in dergelijke gevallen anders. Bij aflossingen op hypo theken kunnen de bedragen met voordeel weder worden uitgezet, de pandbrieven kunnen, naarmate ze aangeboden worden, ingekocht worden tot een prijs, die zooveel beneden pari ligt dat men nog een voldoenden verkoop van pandbrieven behoudt, waarmede de inkoop kan worden gedekt. Grooter bezwaar is echter dat de mogelijkheid van inkoop van pandbrieven voor instellingen, die het bovengenoemd stelsel streng toepassen, zeer beperkt wordt. Zij moeten steeds er op bedacht zijn alle gedeeltelijke zoowel als geheele aflossingen op leeningen te reserveeren voor de uitloting. Wel kunnen zij dan een groot deel van de uitgelote stukken dikwijls weer geplaatst krijgen in nieuwe stukken onder zekere verrekeningen. Dit moet echter wordenaf ge wacht, van een voortdurende regelmatigen inkoop tot groote bedragen kan geen sprake zijn tenzij de gestorte aandeelenkapitalen zeer groot zijn of, zooals in verschillende Duitsche hypotheekbanken het geval is, andere middelen ter beschikking staan. De vraag is nu wat is van grooter belang voor den houder van pandbrieven, dat hij grifweg zijn stukken kan verkoopen, ook in aanzienlijke bedragen tegen een koers behoudens het verschil van de uitkeering aan commission- nairs waarvoor de bank ook eiken dag bereid is te verkoopen, dan wel dat hij dat niet kan doen, moet afwachten tot er een kooper in de vrije markt opdaagt, en verder moet wachten tot soms na jaren het lot hem bij de uitloting van pandbrieven zijner serie gunstig is. Die vraag zal verschillend worden beantwoord al naar de koers der pandbrieven lager is gezakt en de uitlotingskans hooger is. Deze laatste heeft natuurlijk op den koers der pand brieven invloed, is evenwel niet voldoende bekend, omdat de verslagen der banken niet voldoende gegevens verschaffen teneinde te kunnen beoordeelen, met welke snelheid aflossingen kunnen plaats vinden op leeningen, die inder- 73

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Nederlandsche Hypotheekbank | 1915 | | pagina 134