ten aanzien van de aflossing der aangegane nieuwe schulden meestal evenzeer veranderingen hebben moeten aanbrengen in de tot dusver gevolgde methodes. Wat de pandbrieven betreft zij hier op enkele gezichtspunten gewezen, van waaruit deze vraag moet worden bezien. Het bestuur eener hypotheekbank heeft het grootste belang bij een regel matige voortzetting van heb- bedrijf. Het moet dus steeds gemakkelijke plaatsing voor de pandbrieven van zijne Instelling vinden en kan deze niet verkrijgen, wanneer het niet rekening houdt met de belangen der houders. Welke zijn deze belangen, afgescheiden natuurlijk van de vraag, of zeker heid wordt gegeven voor de veiligheid van de belegging der bank In de eerste plaats, dat de pandbrieven gemakkelijk verhandelbaar zijn. Wie van nabij met het hypotheekbankwezen bekend is, zelf de moeite heeft moeten doen om de pandbrieven plaatsing te bezorgen, die weet, dat het allesoverheerschende bezwaar steeds is geweest de moeilijkheid om stukken weer te verkoopen, evengroot als de gemakkelijkheid was om ze te koopen. Dit is overal en ook in ons land steeds het groote bezwaar geweest, gevolg van het voortdurende aanbod. Die verhandelbaarheid bestaat in de gemakkelijkheid van inkoop der pand brieven door de banken zelve. Tegenover dezen factor is de vraag van pand brieven op de open markt van geen beteekenis. Alles nu wat de mogelijkheid van inkoop vergroot naast de bereidwillig heid daartoe, welke een goed inzicht in eigen belangen moet medebrengen, is van groote beteekenis voor den houder van pandbrieven. Het is niet de eenige vraag van beteekenis maar toch een zeer belangrijke. Éen tweede belangrijk punt is, dat de waarde van den pandbrief niet te veel schommelt en de houder op den aanschaffingsprijs geen belangrijke winsten of verliezen heeft te boeken. Het fonds moet het karakter van vei ligheid ook in dit opzicht hebben en niet gelijken op speculatieve waarden. Maar hierbij doet ziph dadelijk deze opmerking voor Het is niet gewenscht, dat de aankoop wordt aangemoedigd, doordat de houder op zijn koers van aanschaffing kan winnen. Stelsels van premieloting, welke vroeger wel bij pand brievenuitgifte, ook in ons land, zijn toegepast, zijn uit den booze om het speculatieve begrip, dat ver van de belegging in deze fondsen moet verwijderd blijven. Maar ook zijn lotingen, 'welke aan houders groote winsten beloven, uit een oogpunt van pandbrievenuitgifte in het algemeen te verwerpen. Wat nu betreft het stelsel, waarbij alle aflossingen gereserveerd moeten blijven voor uitloting van pandbrieven pari, dit veronderstelt eigenlijk, dat de pandbrieven steeds pari kunnen worden uitgegeven. Daar dit echter geenszins het geval is, heeft uitloting of winst of verlies van den pand brief houder tengevolge. 72

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Nederlandsche Hypotheekbank | 1915 | | pagina 133