bedrag dat van dergelijke pandbrieven onder het publiek was geplaatst, was, hoewel niet onaanzienlijk, toch niet van overgroote beteekenis. De 4 pand brieven, die tot zeer groote bedragen in omloop waren, ondergingen ook wel scherpe koersdalingen in de crisisjaren 19061908, maar in 1909 naderde de koers toch reeds weder pari. Voor vrees, dat voortdurend deze pandbrieven in waarde zouden dalen, scheen geen reden. De volgende jaren hebben echter geheel iets anders geleerd. De koersen van staatsfondsen zijn voortdurend en scherp gedaald en deze daling strekte zich natuurlijk ook uit over allerlei andere effecten, die met deze staatsfondsen op ééne lijn van veiligheid werden gesteld. Talrijk warén de economische geschriften, welke deze daling der koersen en de stijging van den rentestand voor langdurige beleggingen, welke zich in deze daling weerspiegelde, tot onderwerp hadden De groote oorlogs- toebereidselen, welke de groote en ook de kleine staten tot een zinloozen wedstrijd noopten, waardoor veel kapitaal werd vastgelegd voor onvruchtbare doeleinden, werden voor een deel aansprakelijk gesteld. Daarnaast de menig vuldige werken, welke voor uitbreiding van verkeer, verbetering van gezondheids toestand, verlichting of krachtoverbrenging door staten, gewesten en gemeenten in verschillende deelen der wereld werden ondernomen. De opening van geheel nieuwe deelen van den aardbol voor de cultuur deed eveneens veel kapitaal vastleggen. Niet in de laatste plaats was het echter de geweldige toegenomen handel en nijverheid in bijna alle beschaafde landen, welke tot een uitbreiding van machinale inrichtingen had aanleiding gegeven zonder voorbeeld in de geschiedenis der menschheid, welke voor een duurder worden van den prijs van het langdurig crediet aansprakelijk moest worden gesteld. Of deze beweging in dezelfde richting zou zijn doorgegaan wanneer de geweldige oorlog niet de grondslagen van het geheele economische leven had onderstboven geworpen, wie zal het zeggen Er waren teekenen, die in de eerste helft van 1914 wezen op ontspanning van de kapitaalbehoeften en daling van den rentestand. In de laatste jaren daaraan voorafgaande echter was de rijzing zóó sterk dat de invloed op de koersen der effecten een hoogstbelang- rijke was. In 1912 begonnen verschillende hypotheekbanken, in het binnenland wer kende, tot de uitgifte van 4Va pandbrieven over te gaan, de koersen der 4 zakten tot 92Va die der 3V? tot 89 Het lag voor de hand dat deze veranderingen in de kringen van de houders der tegen hoogere prijzen gekochte pandbrieven ontstemming te weeg brachten. Zij konden nu wel hetzij 4% pandbrieven pari koopen of wel 4 °-/o of 3V2 respectievelijk 69 1) Vgl. o. a. vorige artikel over Staatsleeningen en Rentestand in Vragen des Tijds 1912 en de daar aangehaalde litteratuur.

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Nederlandsche Hypotheekbank | 1915 | | pagina 130