zeker in de uitkeeringen van de hypotheekbanken zeer wel na te gaan, maar dan blijken deze toch steeds ruim te zijn gebleven. En onderzoekt men hoever men nog steeds is geweest van de grens, waarbij aandeelhouders de bij den aanvang niet opgevraagde stortingen haddeh moeten doen, dan blijkt, dat deze grens slechts in zeer enkele gevallen van gebleken malversaties in het gezicht is geweest, gevallen welke buiten den gewonen gang van het hypotheekbank" bedrijf in ons land liggen. Van vrees voor verliezen van de pandbriefhouders als gevolg van de gevaren, welke het normale bedrijf eener hypotheekbank medebrengt, is in al deze gevallen geen sprake geweest. Hieruit blijkt wel, dat in ons land bij de enge begrenzing van het arbeidsveld der hypotheekbanken de practijk zeer gunstig is geweest ten aanzien van de veiligheid dezer belegging. Is nu hieruit af te leiden dat de wetgever zich van elk voorschrift ten aanzien van deze instellingen zou behooren te onthouden De gevolgtrekking gaat te ver. Het belang, dat betrokken is bij een veilig beheer van een half milliard gulden, dat aan deze instellingen is toevertrouwd, is groot genoeg om dergelijk voorschriften te wettigen. Voldoende schijnt het echter dat deze bestaan in het verplichtend stellen van hetgeen boven reeds als regel door meer dan eene bank wordt aangenomen. Het publiek heeft er recht op, dat de jaarverslagen der banken een volledig inzicht geven in alle factoren, welke voor de beoordeeling van het bestuur noodig zijn. Blind vertrouwen op den naam van directeuren en commissarissen is uit den booze. Gelukkig zijn er in den laatsten tijd vele teekenen, die er op wijzen dat de meeste hypotheekbanken dit inzien. Daartoe hebben zeker medegewerkt de voorwaarden, welke de Rijkspostspaarbank voor de belegging van gelden in pandbrieven heeft opgesteld. De verschillende indeelingen van hypothecaire leeningen in rubrieken, welke een onderdeel uitmaken van de mededeelingen, die aan de Rijkspostspaarbank moeten worden gedaan, hebben reeds haar weg gevonden in vele jaarverslagen. Gaandeweg volgt de een de andere bij het geven van nog meer inlichtingen. Een enkel voorschrift Lvan den wetgever zou dit algemeen maken. Dat daarnaast onderzoek en toezicht van een rijksambtenaar noodig zou zijn schijnt twijfelachtig. Een dergelijk toezicht heeft elders verliezen en zelfs zeer groote niet kunnen verhinderen, noch ook be- driegelijke handelingen kunnen tegengaan. In dezen kan van de critiek op de jaar verslagen, welke tegenwoordig in de financieele bladen wordt opgenomen en welke nog meer aangrijpingspunten zal vinden, wanneer een wettelijk voor schrift het aantal verplichte gegevens in de jaarverslagen uitbreidt, veel goeds worden verwacht. Heeft de ervaring een gunstig oordeel uitgesproken over de veiligheid van de belegging van pandbrieven van hypotheekbanken, er zijn aan de uitgifte

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Nederlandsche Hypotheekbank | 1915 | | pagina 124