voorschrift of van een länge gewoonte, welke afwijking daarvan zou doen bevreemden, brengt mede dat bij het onderzoek van de onderpanden en de schattingen meer dan gewone zorg wordt besteed, omdat men weet, dat men elk oogenblik genoopt kan worden de door de practijk der verkooping gegeven sanctie op de schatting te openbaren. Bovendien wordt daardoor ook voor komen, dat te veel nadruk wordt gelegd op persoonlijke zekerheid, welke somWijlen bij het aangaan van hypothecaire leeningen tevens wordt aangeboden. Dat de persoon van den schuldenaar, zijn goede trouw en soliditeit in handel en wandel van het grootste belang zijn bij het aangaan eener leening spreekt vanzelf. Evenwel moet men daarin slechts zien een eerste voorwaarde, welke noodzakelijk moet samengaan met de andere, dat de waarde van het onderpand onder alle omstandigheden voldoende overschot laat, wil men eene leening aangaan. De publicatie van bovengenoemde gegevens werkt er echter toe mede aan het stellen van borg bij leeningen niet al te groote waarde bij de toezegging toe te kennen. Het ligt voor de hand dat hetgeen thans in ons land door Vrijen wil van de directies der hypotheekbanken kan worden gedaan ook door den wetgever kan worden opgelegd, om de zekerheid van den grondslag der pandbrieven-uitgifte te waarborgen. Tot dusver is daarvan in ons land wel eens van tijd tot tijd sprake geweest, maar is het er niet toe gekomen. Ten aanzien van de vraag of voor dit deel van het bedrijf wettelijke bepa lingen noodig zouden zijn geweest, is het van belang na te gaan, welke ver liezen op leeningen in de afgeloopen jaren door de onderscheidene banken zijn geleden en welk gevaar ze konden opleveren voor de instellingen of voor den pandbriefhouder. Nu is uit het geheele verleden der hypotheekbanken over een vijftigtal jaren af te leiden dat de verliezen tengevolge van verkeerde waardeschatting van onderpanden of wel van daling in de waarde van deze, niet van groote beteekenis zijn geweest vergeleken bij de winsten uit provisies en rente te behalen, al zijn er wel hypotheekbanken, welke in ons land werken, niet tot ontwikkeling gekomen, en hebben sommige aan de verwachtingen der aan deelhouders niet of matig voldaan. Dit is een belangrijk feit. Immers in de laatste vijftig jaren hebben zich de grootst mogelijke ver anderingen in ons economisch leven voorgedaan. De aanleg van spoorwegen heeft een geheel andere verspreiding van de bevolking in het leven geroepen. Sommige plaatsen zijn ten zeerste in beteekenis achteruit gegaan, andere zijn opgekomen. Tegelijkertijd heeft op het gebied van den landbouw een diepe depressie geheerscht van langen duur en gepaard met zeer groote dalingen van de landprijzen. Gaat men nu na welke gevaren dit alles voor het hypotheekbankwezen heeft opgeleverd, dan is de invloed van slechte jaren

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Nederlandsche Hypotheekbank | 1915 | | pagina 123