De Hypotheekbank als Pandbrieveninstituut
T TIT de op biz. 29 medegedeelde cijfers is reeds gebleken, dat de hypotheek-
V_J banken hier te lande een groote beteekenis hebben verkregen als
uitgeefsters van pandbrieven, welke door geldbeleggers kunnen worden aan
gekocht.
Deze werkzaamheid van de hypotheekbanken, welke haar in aanraking
brengt met breede klassen in de maatschappij, geeft aanleiding tot verschil
lende beoordeelingen, beschouwingen en voorstellen. In hare hoedanigheid
van pandbrieveninstituut vraagt de hypotheekbank het vertrouwen van ver
schillende kringen der bevolking, zooals zij dat zelve als geldschietster geeft.
Het algemeen belang is ten zeerste betrokken bij de vraag of de hypotheek
banken zich dat vertrouwen waardig toonen. In de eerste plaats omdat bij
eene ontkennende beantwoording de gelden van tienduizenden gevaar zouden
loopen, en velen, die hunne spaarpenningen aan deze hebben toevertrouwd,
door den aankoop harer fondsen ongelukkig zouden worden. In de tweede
plaats echter ook omdat in dat geval de credietgevende werkzaamheid der
hypotheekbanken evenzeer zou worden verminderd en deze regelmatige voor
ziening van het grondcrediet in het land zou worden gestoord.
Het is om deze reden, dat herhaaldelijk de vraag is opgeworpen of, evenals
dat elders het geval is, bij de wet bepaalde voorschriften moeten worden
gesteld, welke de veiligheid waarborgen, en een staatstoezicht op deze instel
lingen moet worden uitgeoefend.
Ook is en dit is eene andere zijde van de kwestie meermalen de
vraag gerezen of niet, wegens de waarborgen, welke de pandbrieven aan
bieden, bepaalde voordeelen daaraan kunnen worden verbonden, zooals de
belegging van gelden van minderjarigen enz.
Over den naam pandbrief werd boven reeds het een en ander gezegd.
Het karakter is geen ander dan dat van eene rentedragende schuldbekentenis
van eene instelling, welke met al hare bezittingen voor de rentebetaling en
terugbetaling der hoofdsom aansprakelijk blijft.
55