Ook om deze reden is het toe te juichen, dat de Staat ter bevordering van de volkshuisvesting door het verleenen- van voorschotten aan gemeenten, welke deze bedragen wederom doen toekomen aan woningvereenigingen, daad werkelijk optreedt. Hij Verschaft daarbij het geheel benoodigde bedrag, terwijl de hypotheekbanken slechts een deel van de waarde van het onderpand kunnen beleenen. Van af 1905, het begin van de verleening van de voorschotten, tot Sept. 1915 is een gezamenlijk bedrag van ruim 44 millioen toegestaan, waarop ten naastenbij 30 millioen is uitbetaald De aflossingen, welke weer op deze voorschotten worden ontvangen, zijn geleidelijk toenemende, maar worden niet gepubliceerd. Het ware gewenscht dat de Staat dezé gegevens verstrekte op de wijze als de hypotheekbanken dat doen. Dit bedrag is zeker aanzienlijk, maar nog vrij wat geringer dan door de hypotheekbanken zelfs voor deze doeleinden is beschikbaar gesteld. Een tweede leemte blijft aanwezig, zooals ook in het buitenland zoo dikwijls is gevoeld, doordat de hypotheekbanken niet meer dan 2/a en in de groote steden aU der verkoopwaarde beleenen. De bouwondernemers moeten dus in de panden zelf een gedeelte kapitaal laten zitten, indien zij er niet in slagen voor het ontbrekende nog een voorschot te verkrijgen. Tweede hypotheken zijn echter gfeen geliefkoosd bezit. Een enkele instelling hier te lande houdt zich bezig met het verschaffen van deze supplementaire leeningen, b.v. tot 90 der waarde, en geeft daartegen obligatiën uit, maar een groote vlucht hebben dezé instellingen niet genomen. In Duitschland heeft dezelfde ervaring aanleiding gegeven tot het ingrijpen van gemeenten. Deze hebben somwijlen, tot bevordering van de bouwnijverheid, voorschotten gegeven boven de eerste hypothecaire leening der hypotheek banken en dat tot 80 *Vo of 90 *7o der waarde met jaarhjksche verplichte aflossingen. De redeneering ligt voor de hand, dat een gemeente, die begint met het eigenlijke risico van de voorschotten voor zich zelve te nemen, dan maar beter doet al het kapitaal te verschaffen of althans het geheele voorschot tot 90 o der waarde. Deze overweging leidt tot de oprichting van gemeentelijke hypotheekbanken, welke op deze wijze, door hooge voorschotten te verleenen, de bouwnijverheid krachtig kunnen prikkelen. Voor gemeenten met een snellen groei der bevolking kan dit gewenscht zijn, wat voor een instelling, welke uitsluitend heeft te letten op het vertrouwen dat haar belegging naar buiten wekt en daarmee ook op het belang der aandeelhouders, hóógst verkeerd zou wezen. Een tweede over weging is dikwijls, dat de gemeente een stelsel van tijdelijke erfpacht bij de 52 x) Mededeeling van Mr. Dr. H. J. Romeijn.

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Nederlandsche Hypotheekbank | 1915 | | pagina 113