oorlog weer daling waarnemen enz. Juist in de tijden van depressie begint men te klagen over den stijgenden druk der schulden hetgeen dan ook met betrekking tot de inkomsten juist is. Men beveelt andere vormen van geld belegging aan zoodat de geldbelegger niet een vast kapitaal te vorderen heeft maar eene rente of een deel der inkomsten, men dringt aan op maatregelen om de stijgende schuldbelasting tegen te gaan, zelfs op weigering van inschrijving van hypotheken boven een zeker percentage van de waarde. Vooral komt men in dergelijke tijden ook terug op stelsels om geleidelijk en ongemerkt zich van zijn schulden te ontdoen. In het begin der 19e eeuw, maar ook nog later, hechtte men daarom voor den landbouw de grootste waarde aan de zoogenaamde annuïteitsleening. Dat is een leening, waarbij men jaarlijks of halfjaarlijks gedurende een zeker aantal jaren een zelfde bedrag laat storten waarin rente en aflossing zijn inbegrepen, zoodat na afloop van den tijd de leening geheel is afgelost. Wanneer dat tijdperk niet al te Tcort wordt genomen is het jaarlijksch bedrag betrekkelijk weinig hooger dan de rentevoet, die tot grondslag dient. Nemen wij b.v. een rentevoet van Axi^ waarbij aan het einde van elk jaar betaling van de annuïteit plaats vindt dan blijkt het, dat men bij een leening, die 50 jaren loopt kan volstaan met de betaling van een annuïteit van ruim 5.06 procent om de geheele schuld te dekken. Bij een leening van 10 jaar is dat bedrag 12.64, 20 jaar 7.69, 30 jaar 6.14, 40 jaar ruim 5.43, 60 jaar ruim 4.84. Met een kleine verhooging van de rente over 50 jaar kan men ruim volstaan met 0.6 procent wordt dus niet alleen de rente betaald maar ook de schuld afgelost. Men gaat dan soms nog verdêr cijferen om het voortreffelijke van dat stelsel te doen zien en zegt: gedurende 50 jaar wordt slechts 0.6 procent jaarlijks afgelost, dus lost men in t geheel met 30 procent van de schuld het geheele bedrag af. Zelfs een scherpzinnig man als Buys zegt in zijn bovenaangehaald uitstekend geschrift: „Zij, die niet bekend zijn met de wonderbare uitkomsten, welke men verkrijgt door het stelsel van de oploopende renten in toepassing te brengen, kunnen zich moeilijk begrijpen dat men een schuld met een geringen opslag op de rente in een betrekkelijk korten tijd kan delgen.” In de handhaving van dit annuïteitenstelsel zag men het groote nut van de hypotheekbanken voor den landbouw. Volgens het rapport, door Bachiene uitgebracht op het Internationaal Congres te ’s Gravenhage in 1869 1 2) waren 1) Vgl, o. a. Moltzer, Landbouw en kapitaalbelegging. 2) 1 e deel pag. 121.

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Nederlandsche Hypotheekbank | 1915 | | pagina 102