in de agrarische verhoudingen zouden brengen, den bodem van den last van
drukkende schulden zouden bevrijden, wel inderdaad zijn uitgekomen.
Die gedachte toch is het die steeds bij de aanbeveling van speciale in
richtingen van grondcrediet heeft voorgezeten. .1) Niet alleen zou de schuldbe-
vrijding bestaan in de verlaging van den rentestand der hypotheken, maar
ook in de ongemerkte schuldvermindering, welke bij het aangaan van een
annuïteitsleening zou ontstaan.
Hierbij is steeds uitgegaan van de gedachte, dat de schulden, die op den
grondeigendom drukken, steeds grooter worden en op den duur, vooral in
crisistijd, den ondergang van den eigenerfden boer ten gevolge hebben. Het
is geen wonder dat op dit verschijnsel steeds de aandacht is gevestigd in een
tijd wanneer men het grondcrediet wenscht te verbeteren. Tijden van land
bouwcrisis toch kenmerken zich door een lagen stand der prijzen van landbouw-
voortbrengselen, vergeleken bij die van een vorig tijdperk. In dien voorafgeganen
tijd waren de prijzen der landerijen hoog zoowel als de inkomsten, die er uit
i werden getrokken. Bij aankoop of scheiding en deeling werden hooge kapitaal
schulden opgenomen in evenredigheid met deze verkoopwaarde. Bij scherpe
daling der prijzen van landbouwvoortbrengselen, dalen ook de prijzen der
landerijen, de vaste leeningssommen worden opgevorderd en er is een te kort.
In een tijdsverloop van een eeuw heeft men in ons land enkele van deze
perioden kunnen waarnemen. De hooge prijzen in den Napoleontischen tijd
en onmiddellijk daarna. Omstreeks 1820 de inzinking tot ongeveer 1850 ge
durende welken tijd tal van boerderijen van eigenaar verwisselen en menigeen
zijn vermogen verliest. Daarna weer stijgende prijzen tot omstreeks 1880 met
stijgende waarde der landerijen en aanzienlijke verhooging van het bedrag dat
per H.A. als kapitaal was beleend, vervolgens een scherpe daling der land-
prijzen waarvan het diepste punt ligt omstreeks 1895 met vele gedwongen
verkoopingen waarbij verliezen worden geleden en vroeger welgestelde boeren
tot den bedelstaf komen. Na dien tijd weer een voortdurende en aanmer
kelijke verhooging, niet voor alle gronden gelijkelijk, evenmin als dat met de
dalingen en rijzingen van vroegere tijden het geval was geweest, maar wederom
met verhooging van de kapitaallasten, welke de landbouwers op hun grond
hebben genomen. Vermoedelijk zullen wij eenige jaren na den grooten
9 Congres international de Statistique la Haye 1869 Pascal Duprat pg. 298 der
verhandelingenDans la plupart des pays, 1’idée qui a preside la constitution des
établissements de credit foncier, c’est le dégrèvement de la propriété.
Wolowski pg. 302. D’ailleurs le principal avantage de celui-ci (le credit foncier)
consiste dans 1’amortissement. In denzelfden geest Buys, De hypotheekbank, die
schijnt te meenen dat deze instellingen alleen dan voor den landbouw waarde hebben
als zij de aflossing in langen tijd bij annuïteit voorschrijven.