22 volgens mededeeling van den Curator het vooralsnog niet mogelijk is diverse posities af te wikkelen. Wij meenen daarom voorzichtig te handelen door het geheele bedrag op de winst- en verliesrekening af te boeken. WINSTVERDEELING. De winst- en verliesrekening wijst aan een bruto winst van 269.875.26, tegen ƒ242.298.03 in het vorige jaar. Wanneer wij van dit bedrag bestemmen 2080.97 voor geheele afschrijving van de geleden verliezen en ƒ1000.voor verhooging van de speciale reserve, dan bedraagt, na aftrek van de onkosten, de nettowinst 196.547.835 tegen ƒ170.886.63 in 1913 en ƒ142.018.66 in 1912. Dit bedrag verdeelende volgens art. 40 Statuten komt allereerst aan de aandeelhouders over het vrij willig gestort kapitaal3.392.. benevens 4% over het verplicht gestort kapitaal van ƒ600.000.—- 27.000.— - 30.392.— Blijft166.155.835 Hiervan 6 aan Commissarissen, niet-leden van den Raad van Toezicht, 9 aan Commissarissen, leden van den Raad van Toezicht, 20 aan de Directie en 15% aan de Reservekas, samen - 83.077.92 Blijft83.077.915 Hiervan 51k aan Aandeelhouders over ƒ600.000.- 33.000 Blijft50.077.915 De helft daarvan komt toe aan de 500 oprichters-bewijzenmakende voor elk bewijs 50.07, waarna er nog overblijft ƒ25,042.91®. Ofschoon de vraag kan worden overwogen of het wel noodig is op den gebruikelijken voet met de versterking der buitengewone reserve door te gaanmeenen wij deze vraag thans ter zijde te moeten stellen. De buitengewone tijdsomstandigheden eischen dat de innerlijke toestand der Bank zooveel mogelijk moet worden versterkt. Het is daarom dat wij U in overweging gevenaan aandeelhouders voor te stellenhet hun toekomende als buitengewone reserve te laten staan voorzoover niet benoodigd tot uitkeering van een zelfde dividend als het vorige jaar. Een bedrag ad ƒ13.042.915 kan dan worden gestort in het buitengewone reservefondsbedoeld bij art. 40 al. 6 der Statutenterwijl dan het dividend is te bepalen op 12 of 24tegen intrekking van dividendbewijs no. 25. De reserves, die, wanneer onze voorstellen worden aangenomen, alleen in het boekjaar 1914 toenemen met ƒ73.070.99, stijgen daarmede tot ƒ711.351.33, zijnde ruim 118% van het verplicht gestort kapitaal. De balans en winst- en verliesrekening zijn geverifieerd door den accountant, den Heer A. E. Meijer te Amsterdam, die meermalen de administratie op ongezette tijden heeft gecontroleerd. Zijn desbetreffende verklaring gaat hiernevens. De Directie: Mr. N. F. WILKENS. Dr. D. BOS.

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Nederlandsche Hypotheekbank | 1914 | | pagina 28