3 Aan de Aandeelhouders van de Nederlandsche Hypotheekbank te Veendam. JCceze-n Ingevolge art. 39 der Statuten U verslag uitbrengende over den toestand der Vennootschap en hare verrichtingen in het afgeloopen boekjaar, hebben wij de eer, onder overlegging van het Verslag der Directie, U mede te deelen, dat de loop der zaken ook in het afgeloopen jaar over het algemeen bevredigend was. Het over 1911 behaalde winstcijfer was het hoogste dat van af de oprichting bereikt werd, al moesten wij ook ditmaal weder constateerendat het aantal der pandbrieven, welke ter inkoop werden aangeboden, hooger was dan het vorige jaar en het aantal pandbrieven, welke gevraagd werden, lager was dan het vorige jaar. Wel overtrof nog tot een vrij aanzienlijk bedrag de verkoop den inkoop en stijgt daardoor ook in 1911 het cijfer der uitstaande pandbrieven, maar deze stijging was in het laatste jaar geringer dan in het vorige jaar. Ter toelichting van de Balans en van de Winst- en Verliesrekening meenen wij te kunnen volstaan met een verwijzing naar het jaarverslag der Directie; ook omtrent de verrichtingen onzer Vennootschap in 1911 bevat datzelfde jaarverslag mededeelingendie op het bedrijfeen helder licht werpen. Zoowel de oprichting van het Bijkantoor als de uitbreidiug van het aantal inspecteurs gaf ook in 1911 wederom zeer gunstige resultaten. Bij de executiën in 1911 werd geen enkel verlies geleden. De geheele administratie werd in 1911 door den accountant, den Heer A. E. Meijer, op verschillende tijden onderzocht en in goede orde bevonden. De Bajans en de Winst- en Verliesrekening werden door den Raad van Toezicht met de boeken en bescheiden vergeleken en accoord bevonden. Commissarissen stellen U voor, de Balans en Winst- en Verliesrekening goed

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Nederlandsche Hypotheekbank | 1911 | | pagina 5