13
korsverschil op effecten afgeboekt, terwijl het restant ad f 7.180.39 ten laste van
de winst- en verliesrekening geheel wordt afgeschreven.
Ingekochte onderpanden. Het bedrag der ingekochte onderpanden per 31
December 1911.
Bij verkoop van enkele perceelen, waarvan de boekwaarde samen bedroeg
21.473.20®, is per saldo een verlies geleden van f 3.937.98, welk bedrag op de speciale
reserve is afgeboekt.
Interest te vorderen. Hoofdzakelijk loopende rente van de hypotheken en effecten.
Speciale reserve. Na de bovenbedoelde afboeking van f 3.937.98 bedraagt
deze reserve nog f 9.562.02, welk bedrag slechts ten deele benoodigd is geweest tot
dekking van het verlies bij den verkoop in 1912 van de resteerende ingekochte on
derpanden, op deze balans voorkomende voor 24.609.46.
Depot van Debiteuren. Bedrag ingehouden op leeningen, indien nog een
gering bedrag voor afwerking of verbouwing van het onderpand was te besteden.
Disagio Pandbrieven. Ondanks inkoop van 3-J- pandbrieven beneden pari
sluit deze rekening met een nadeelig saldo wegens de kosten van uitgifte der 4
pandbrieven. Evenals vorige jaren stellen wij U voorhet disagio ten bedrage van
12.969.80 af te schrijven en geheel ten laste van de winst- en verliesrekening van
dit jaar te brengen.
Onkostenrekening. Deze rekening is te splitsen in de volgende hoofd-afdee-
lingen
I. Salarissen van de Directie en den Raad van Toezicht, presentie
gelden van Commissarissen, vergaderings- en reiskosten f 17.470.68
II. Salarissen van het personeel, met inbegrip van die der inspec
teurs, van den accountant en de reiskosten van deze laatsten - 22.086.62
TTT- Kantoorbehoeften, telefoon, telegrammen en porto's- 9.195.21
IV. Incasso’s van kwitanties en provisie voor uitbetaling van coupons
provisie voor bankiers, bewaarloon effecten enz- 6.152.305
V. Advertentiekosten- 3.680.78®
YI. Belastingen, kosten van executies en rangregeling, en diversen - 977.37®
YII. Storting in het beambtenfonds - 1.662.40
f 61.225.37®
Interest-rekening. De gemiddelde rente der hypothecaire leeningen is, zooals
werd opgemerkt, thans 4.485 die der pandbrieven is 3.981 De gemiddelde
rentewinst is dus 0.504 tegen 0.482 in 1910 en 0.475 in 1909.
De totale winst op de intrest-rekeninggroot f 158.616.89, vloeit voornamelijk
voort uit het verschil in rentevoet tusschen pandbrieven en hypothekenverder uit
de rente van het gestort kapitaal en het gewone reservefonds, alsmede uit het
•netto provenu der vaste goederen. De rente op de buitengewone reserve, alsmede
diverse andere rentebetalingenworden op deze rekening vereffend: