til vin r Yj H (t.w. 525.90 rente en 1.227.91 aflossing)welke bedragen op de balans voorkomen onder het hoofd hypotheek-debiteuren. Het overeenkomstig bedrag ten vorigen jare was 10.399.77op een bedrag van 705.105.72. Onze inspecteur, de heer Ha Iff, zette ook dit jaar het onderzoek haar de ver bonden of sommige te verbinden onderpanden regelmatig voort. Bij de groote uit breiding van onze zaken werden wij er op bedacht voor een gedeelte des lands een adjunct-inspecteur aan te stellen. Als zoodanig werd door ons aangewezen de heer J. Kamps, die door zijne opleiding daartoe in staat, gedurende geruimen tijd zich ten onzen kantore voor deze taak had voorbereid. Ook de heer Kamps heeft zich met het heronderzoek van vele onderpanden bezig gehouden. Eene opgave van de in 1908 gesloten hypothecaire leeningen waarbij het ver schuldigd bedrag meer dan 2/3doch ten hoogste 75 der geschatte waarde van het onderpand beloopt, laten wij hier volgen: Nummer. Taxatie. Verleend bedrag. Saldo. Plaats. 8151 12.000.— 9.000.— 8.875.— Amsterdam. 8402 110.000 75.000.— 75.000.— 8608 16.000.— 11.000.— 11.000 8705 7.000.— 5.000.— 5.000.— Op 31 December 1908 bedraagt het saldo van de leeningen, waarbij het ver schuldigd bedrag meer dan 2/3 doch ten hoogst.e 3/4 der waarde van het onderpand beloopt, 192.475.—. Pandbrieven. Het bedrag der 4 pandbrieven nam dit jaar toe met 1.161.450.r daarentegen nam het bedrag der 3.6 °/0 pandbrieven door inkoop af met 1.300. en dat der 3-J- pandbrieven met ƒ46.150.te zamen f 47.450.zoodat het uit staande bedrag in totaal met 1.114.000.toenam, tegen ƒ453.650.in het vorige jaar., De koers der 4 pandbrievenin den aanvang van het jaar nog 96 steeg in verband met den dalenden rentestand geleidelijk tot 100 Wij laten hier een overzicht volgen van de sedert de oprichting der Bank in elk jaar verkochte en ingekochte pandbrieven Boekjaar. Verkocht. Ingekocht. Uitstaand bedrag op uit. December. 1891 512.750.— 43.600.— 469.150.— 1892 690.150.— 155.350.— 1.003.950.— 1893 614.900.— 76.650.— 1.542.200.— 1894 964.900.— 180.000 2.327.100.— 1895 956.650.— 92.100.— 3.191.650.— 1896 1.164.350.— 343.600.— 4.012.400.— 1897 899.000.— 199.250.— 4.712.150.— 1898 1.470.100.— 170.050.— 6.012.200.— 1899 1.615.550.— 352.300.— 7.275.450.— 1900 1.751.350.— 367.600.— 8.659.200.— 1901 2.154.600.— 605.550.— 10.208.250.— 1902 2.688.800. - 711.500.— 12.185.550.— 1903 3.266.100,— 1.056.050.— 14.395.600.— 1904 2.780.250.— 1.461.650.— 15.714.200 1905 2.925.600.— 927.700 17.712.100.— 1906 2.031.750.— 1.308.600.— 18.435.250.— 1907 1.702.500.— 1.248.850.— 18.888.900.— 1908 2.106850.— 992.350.— 20.002.900.— zn.oj'b l/./yt e 0* Als bijlage B is aan dit verslag toegevoegd eene specificatie van de tot /r 2 Y?/Z T 1 *- r 7 y ■r- f j\ <r 7 7- 7 J'.o V n met yóf s~J o /f l 2.J S-*/4 *1 AV(res\ A/' j i> /j/o t.i'ajl/ro /ififrna ISO j S3 Al!1 4.rJ M

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Nederlandsche Hypotheekbank | 1908 | | pagina 12