Aan de Aandeelhouders van de Nederlandsche Hypotheekbank te Veendam. J/Lijne Heeren, Wij hebben de eer U ons verslag aan te bieden van den toestand der Vennoot schap en van hare verrichtingen in het afgeloopen boekjaar. Ter toelichting van de Balans en van de Winst- en Verliesrekening meenen wij te kunnen volstaan met verwijzing naar het jaarverslag der Directiehetwelk aan ons werd uitgebracht en dat wij hierbij overleggen. Bij het beoordeelen der cijfers biedt dit jaarverslag U de gewenschte toelichting en omtrent de verrichtingen onzer Bank in 1906 bevat het de mededeelingendie op het bedrijf in het afgeloopen jaar een helder licht doen vallen. De administratie werd ook in 1906 door den Heer A. E. Meijer te Amsterdam, lid le klasse van het Nederlandsch Instituut van Accountantsop verschillende tijden onderzocht. De Balansen per 80 Juni en 31 December 1906 zijn door hem geheel gecontroleerd en de waarden werden in dat jaar herhaalde malen door hem geteld. Steeds werd alles m goede orde bevonden. Aan uitbreiding en verbetering der controle is door onzen Accountant, die daarbij alle medewerking van onze Directie ondervond, nog wederom in bijzondere mate aandacht geschonken. Dientengevolge heeft o.a. de maatregel van controle, in het opvragen van geteekende saldo-billetten van onze hypothecaire debiteuren gelegen en die reeds gedurende verscheidene jarea werd genomen, nog aan doeltref fendheid gewonnen door de aanvrage te doen uitgaan van- en de toezending te doen plaats vinden aan onzen Accountant. Wij stehen voor de Balans en Winst- en Verliesrekening goed te keuren, aan Directeuren en Commissarissen décharge te verleenen wegens het door hen ge voerd beheer en het dividend vast te stellen op 10 van het verplicht gestort kapitaal. In de Algemeene Vergadering van 19 Mei 1906 werd de Heer R. Dojes als Commissaris herkozen en daarna door ons eenstemmig wederom tot voorzitter van

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Nederlandsche Hypotheekbank | 1906 | | pagina 9