ISM
De in 1906 gesloten leeningen zijn verdeeld als volgt:
A. Naar de ligging.
Aantal.
Groningen90 samen groot
Friesland 101
Drente147
O ver ij sei74
Gelderland59
Utrecht 127
Noord-Holland 119
Zuid-H ollan d a) 41
Zeelan d
Noo rd-Brab an t
Limburg
Amsterdam
’s Gravenhage
Rotterdam
8
11
3
5
20
6
711
t
B. Naar de grootte.
165 leeningen tot en met
van f 1001.t/m
- 2001.t/m
- 5001,t/m
- 10.001.t/m
20.001.t/m
174
204
97
49
19
boven
1000.—
5000.—
10.000.—
20.000.—
50.000. —
50.000.
tot een bedrag van
711
C. Naar de wijze van aflossing.
71 leeningen aflosbaar in eens
623 in jaarlijksche termijnen
17 in annuïteiten
711
f
331.400.-
-
214.945.-
-
405.015.-
-
231.950.-
231.400.-
169.800.-
525.085.-
248.950.-
39.775.-
50.250.-
79.000.-
51.230.-
426.200.-
241.600.-
f 3.246.600.-
t
111.700.—
265.750
-
663.720.—
-
712.200.—
-
657.830.—
-
588.200.—
-
247.200.—
f
3/246.600.
t
349.775.—
2.867.125.
-
29.700.—
3.246.600.—
D. Naar het rentecijfer.
711 leeningen groot 3.246.600.— tegen 4| o/Q en daarboven.
Bij de -verkoopen ingevolge art. 1223 B. W. waren betrokken 25 leeningen tot
een bedrag van in totaal 126.789.44, waarbij twee leeningen tot een gezamenlijk
bedrag van 8400.— - op verzoekten einde tot eene voor debiteuren gewenschte
iikwidatie te komen blijft 23 leeningen en 118.389.44 tegen 24 met f 74.062.64
in 1905, zijnde 5 per mille van het gemiddeld aantal der uitstaande leeningen en
6.3 per mille van het gemiddeld uitstaand bedrag. De overeenkomstige cijfers van
het vorige jaar waren 5.8 en 4.2.
Ki
1) Excl. Amsterdam. 2) Excl. 's Gravenhage en Rotterdam.
JJ
■2000.—