De in 1902 gesloten leeningen zijn over de verschillende provinciën verdeeld
als volgt
Aantal. Bedrag.
Groningen 137 477.925.—
Friesland 128 - 353.460.
Drente89 - 186.625.
Over ij sei153 - 696.100.
Gelderland51 - 213.075.
Utrecht37 - 333.500.
Noord-Holland 178 - 1.014.925.—
Zuid-Holland69 - 535.575.
Zeeland14 - 48.825.
Noord-Brabant 11 - 62.150.
867 3.922.160
Gedurende het boekjaar 1902 heeft onze inspecteur, de heer A. Halff, in on
derscheidene deelen des lands onze belangen zeer tot onze tevredenheid behartigd.
Eene regelmatige controle op de wijze, waarop taxaties worden verricht, wordt nu
uitgeoefend en blijkt reeds voor onze instelling van groote waarde.
Zoowel door bemiddeling van onzen inspecteur als anderszins werd het onder
zoek naar de waarde der reeds verbonden onderpanden krachtig voortgezet, terwijl
bij gebleken waardevermindering zoo noodig op gedeeltelijke of geheele aflossing wordt
aangedrongen.
Verlies op verkocht onderpand werd dit jaar niet geleden.
Pandbrieven. De koers der 4 pandbrieven wisselde af tusschen 100 en
100| procent. Uitsluitend werden pandbrieven van dit type uitgegeven, terwijl van
tijd tot tijd 3| pandbrieven werden ingekocht.
Tengevolge van deze transacties bleef de koersrekeningaanwijzende hetgeen
per saldo de pandbrieven netto beneden pari hebben opgeleverd open staan met een
nadeelig saldo van 787.16, welk bedrag ten laste van de winst- en verliesrekening
is gebracht.
De pandbrieven vonden gemakkelijk plaatsing.
De uitgifte nam toe met 1.977.300.— tegen 1.549.050.— in 1901.
Balans en Winst- en Verliesrekening. In het vorige verslag van Com
missarissen is reeds mededeeling gedaan van pensioen- en levensverzekering voor het
personeel der Bank en ten laste der Vennootschap. Daarvoor wordt beschikbaar
gesteld en ten laste der onkostenrekening gebracht een bedrag overeenkomende met
H van de winst in het vorige boekjaar behaald. Het overschot boven de ver
schuldigde premie wordt gestort in het beambtenfondsdat ter beschikking blijft van
Directie en Commissarissen om ten bate van het personeel te worden aangewend.
Dit beambtenfonds bedroeg 31 December 1902 322.31.
