In 1900 werden afgesloten inAantal. Bedrag. Groningen 71 f 309.400. Friesland 43 - 116.310.— Drente68 148.200.— Overjjsel-• 112 - 489.365.— Gelderland 17 - 84.600.- Utrecht 19 203.600.— Noord-Holland 111 - 704.450.— Zuid-Holland27 - 273.375.— Zeeland 6 - 16.100.— Noord-Brabant 11 - 110.300.— 485 f 2.455.700- Bij verkoop van onderpanden werd in dit jaar een verlies geleden van 782.50, waarvan het bedrag eerst in 1901 was vast te stellen. Wij hebben gemeend dit bedrag onmiddellijk van de in dit jaar behaalde winst te moeten afzonderen. Pandbrieven. Hoewel de hooge rentestand moeilijkheid meebracht in de plaatsing van pandbrieven en de koers der 4 dan ook tot 99 moest f 1.506.000.- - 122.250.- f 1.383.750.- worden verlaagd, nam de circulatie der 4 toe met Daarentegen verminderde die der 3| en 3.6 door inkoop met zoodat de geheele circulatie toenam met een bedrag tot dusver nog in geen enkel jaar bereikt. De totale circulatie bedraagt thans f 8.659.200. Krachtens art. 48 der Statuten mag het bedrag der uitstaande pandbrieven het tienvoud van het geplaatst maatschappelijk kapitaal niet overtreffen. Ofschoon deze grens nog niet volkomen is bereiktachten wij het toch in het belang van de zekerheid der pandbrievenhouders beter, met de uitbreiding van het kapitaal niet langer te wachten. Het te verwachten aanzienlijk agio zal even als vroeger tot versterking van het reservefonds moeten worden aangewend. Balans en Winst- en Verliesrekening De plaatsing van pandbrieven beneden pari gaf aanleiding_tot een nadeelig saldo op de koersrekening van f 11.053.70», waar tegenover staat de reserve in vroegere jaren gevormd van f 19.510.61». De winst heeft bedragen/ 40-672.50» tegen f 32.181.64 in 1899. Zooals reeds boven is aangevoerd wenschen wij daarvan af te zonderen het in 1900 geleden maar in 1901 gerealiseerd verlies ad f 782.50 blijft 39.790.00». Verdeeld volgens art.. 40 der Statuten zou deze winst toelaten eene mtkee- ring van 11 als dividend. Wij stellen ,U evenwel voor niet meer uit te keeren dan 10 en het vrijkomende bedrag van f 2000.- te.storten in het buitengewone reservefonds dat daardoor stijgt tot f 4500 Aan de statutaire reserve kan dan f 4618.50 worden toegevoegd; zij stijgt tot 55.975.25» tegen f 51.356.75» in het vorige jaar; terwijl op nieuwe rekening f H7.50 wordt overgeschreven. Op de oprichtersbewijzen wordt te zamen f 2197.50, dus f 4.399 per bewijs Uitgek6erd- De Directie: Mr. N. F. WILKENS. Dr. D. BOS.

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Nederlandsche Hypotheekbank | 1900 | | pagina 9