geschieden. De hoogere rente bij het sluiten van leeningen bedongen staat hier echter tegenover. Van een en ander is het gevolg dat de gemaakte winst vrij aanzienlijk is vooruitgegaan en dat het winstcijfer, hetwelk ter beschikking overblijft, toelaat, na storting van f 2500.- in het speciaal reservefonds, een dividend van negen percent uit te keeren, terwijl de gewone reserve met f 3544.74» kan worden vermeerderd, waartoe wij U voorstellen te besluiten. De gezamenlijke reserves zullen alsdan bedragen f 73.367.36, welk bedrag met de toenemende uitbreiding onze Bank rekening houdt. De Raad van Toezicht heeft de Balans en Winst- en Verliesrekening over 1899 namens Commissarissen met de boeken vergeleken en in volkomen orde bevonden, waarom wij U voorstellen die goed te keuren en Commissarissen en Directie voor het gehouden beheer te déchargeeren. Werd in de algemeens vergadering d.d. 6 Mei 1899 de Heer Mr. H. Smeenge als Commissaris herkozen, zoo zullen wij nu moeten voorzien in de vacature ontstaan door het periodiek aftreden van den Heer Mr. P. H.'A. Tijdeman, die weder her kiesbaar is. Gaarne brengen wij ten slotte dank aan de Directie, aan wier grooten ijver en toewijding wij zeker grootendeels de uitbreiding van den werkkring der Bank en de gunstige verkregen resultaten verschuldigd zijn. Namens Commissarissen R. DOJES, Voorzitter.

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Nederlandsche Hypotheekbank | 1899 | | pagina 6